De doorbraak die er niet kwam

Een verkeersdoorbraak à la de Raadhuisstraat, maar dan tussen Spui en Nassaukade. Publieke Werken en het gemeentebestuur achtten hem in 1913 noodzakelijk. De Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten.

Nieuws van den Dag, 7 oktober 1913
uit het Nieuws van den Dag, 7 oktober 1913

De Leidsestraat was met de komst van nieuwe buurten in Zuid en West sinds 1880 steeds drukker geworden. Een massa trams, auto’s, fietsers en handkarren perste zich dagelijks door de smalle winkelstraat. Het gemeentebestuur wilde daarom een min of meer parallel lopende route om de Leidsestraat te ontlasten en ook om de buurt rond de Overtoom beter te ontsluiten. Vanaf het Spui, via een reeks doorbraken en nieuwe bruggen over de grachten zou de weg over de te dempen Passeerdersgracht bij de Nassaukade komen. Via de Overtoom kon het verkeer dan makkelijk de Eerste Constantijn Huygensstraat bereiken. Het plan, voordracht 1200, werd in oktober 1913 naar de gemeenteraad gestuurd.

De route via de Passeerdersgracht was volgens B&W ongeveer een miljoen gulden goedkoper dan een alternatief, de verbreding van de Leidsestraat en de verbetering van de route Spui-Koningsplein. Waarschijnlijk was dat omdat het onteigenen van winkels in de Leidsestraat een kostbare aangelegenheid zou worden; voor de verbreding zouden alle huizen aan de zuidoostkant gesloopt moeten worden. Gevreesd werd ook dat van het winkelstraatkarakter weinig zou resteren na de verbreding.

Andere alternatieve routes, Spiegelstraat-Spiegelgracht en Leidsegracht, gaven een minder goede verbinding met de buurt rond de Overtoom, aldus  B&W. De Leidsegracht was destijds ook nog een belangrijke vaarroute.

Voor het plan zouden veel huizen gesloopt moeten worden. Hoeveel precies is niet bekend; wel werd bericht dat er zo’n 90 panden onteigend zouden moeten worden. Twee derde daarvan is tegenwoordig een beschermd monument, zoals het paleis van Nienhuys aan de Herengracht (Abraham Salm, 1890) en de corsettenfabriek aan de Keizersgracht. Het hele blokje tussen Heisteeg, Spui en Singel zou verdwijnen.

Reacties: demp liever onze gracht!

Leidsegracht gezien vanaf de HerengrachtEnkele bewoners van de Leidsegracht vroegen om toch voor demping van die gracht te kiezen. Ze zagen een 35 meter brede allée voor zich die in schoonheid met de Sarphatistraat zou kunnen wedijveren (sic). De route zou volgens hen verkeerstechnisch beter zijn, en bovendien goedkoper. Ook de buurtvereniging ‘Overtoom en omstreken’ gaf de voorkeur aan demping van de Leidsegracht.

Bewoners en winkeliers van de Heistegen, Runstraat en Huidenstraat vreesden dat de nieuwe weg hen het brood uit de mond zou stoten. Op  een bijeenkomst in Odeon richtten ze een vereniging op die de gemeente op andere gedachten moest brengen, het liefst in de vorm van verbreding van hun straten.

Ook uit de hoek van heemschutters kwam protest. Het Genootschap Amstelodamum vreesde voor aanzienlijke aantasting van het stadsschoon door het plan-Passeerdersgracht. De demping van de Leidsegracht vond het Genootschap echter nog veel erger: die zou tot een “wanstaltig en leelijk stadsbeeld” leiden. “Het is onze meening dat verbreeding der Leidschestraat voor het stadsschoon het minst schadelijk zou zijn.” De Bond Heemschut kwam met een soortgelijk advies en opperde ook een nieuwe straat ten zuiden van de Leidsestraat.

De Bond van Nederlandse Architecten had ook een voorkeur voor verbreding van de Leidsestraat. Die oplossing zou volgens de bond het beste passen in het 17e-eeuwse stadsplan, en bovendien de Leidsegracht niet ontsieren. Voormalig stadsarchitect A.W. Weissman sloot zich daarbij aan.

Stilte en afstel

De gemeenteraad nam nog in 1913 moties aan die het college opriepen om ook de varianten Leidsestraat en Leidsegracht uit te werken. Vervolgens bleef het lang stil. In april 1914 zei de wethouder dat de varianten nog “in studie” waren. In juli 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, die tot onzekerheid en materiaalschaarste leidde. In oktober 1914, bij de behandeling van de begroting voor 1915, liet het college weten:

B. en W. zijn van meening, dat, met het oog op de tijdsomstandigheden, vooreerst niet te denken valt aan het aanleggen van nieuwe verkeerswegen. Ook afgezien van die omstandigheden zijn zij bij nader inzien bereid, hun voordracht, dd. 7 October 1913, No. 1200, betreffende den aanleg van een nieuwen verkeersweg tusschen het Spui en de Nassaukade, terug te nemen, dooh geven daarbij in overweging, dat ook de raadsleden, die te dier zake voorstellen hebben ingediend, deze nu zullen intrekken.

Passeerdersgracht, Leidsegracht en Leidsestraat waren gered.

Doorbraken die er wel kwamen

RaadhuisstraatWas het plan wel doorgezet, dan zou het na de aanleg van de Raadhuisstraat de tweede grootschalige verkeersingreep zijn geworden. Die doorbraak was bedacht voor een betere verbinding tussen de Dam en het westen van de stad, en werd uitgevoerd tussen 1894 en 1896. Tussen het Paleis op de Dam en het Singel werden bestaande stegen verbreed; tussen Singel en Herengracht werd de Warmoesgracht gedempt; en tussen Herengracht en Westermarkt werd schuin door een blok huizen gegaan. Dat laatste stuk gaf de Raadhuisstraat de karakteristieke s-bocht, waar de mooie winkelgalerij van Van Gendt werd gebouwd. Voorbij de Westermarkt sloot de straat aan op de in 1890 gedempte Rozengracht.

Na de Eerste Wereldoorlog kwam er in de jaren ’20 wel een andere verkeersdoorbraak, naar het zuiden. Daartoe was al voor de oorlog besloten. De Vijzelstraat, oorspronkelijk net zo breed als de Leidse- en Utrechtsestraten, werd verbreed door alle huizen aan de westkant af te breken. Dat schiep niet alleen ruimte voor het verkeer maar ook voor forse gebouwen als het Carltonhotel en het hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Het project werd in 1934 afgerond met de demping van de Vijzelgracht.

Het plan-Passeerdersgracht werd in de jaren ’50 overgenomen in het beruchte plan van hoofdcommissaris Kaasjager voor de demping van allerlei grachten. Dat werd na veel protesten niet uitgevoerd. Voor het exploderende autoverkeer werden toen wel de Haarlemmer Houttuinen gesloopt en het IJtunnel-tracé aangelegd, dat onder meer de vernietiging van de Weesperstraat omvatte.

Eén onderdeel van het oorspronkelijke voorstel uit 1913 is overigens wel uitgevoerd, zij het pas decennia later: de verbinding van de Eerste Constantijn Huygensstraat met de Van Baerlestraat. Het is misschien moeilijk voorstelbaar, maar de brug over het Vondelpark ligt er pas sinds 1948.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *