Van oude bruggen, de dingen, die voorbijgaan

Na 110 jaar komt er een einde aan het leven van twee voetgangersbruggen in Oost. Het onderhoud is te duur en ze zijn sowieso overbodig, aldus de gemeente.

Rond 1900 raakte de ontwikkeling van de Indische Buurt in een stroomversnelling. Er kwam eindelijk een tram en er werden flinke aantallen woningen gebouwd. Veel buurtbewoners werkten in het oostelijk havengebied, bij de grote rederijen of in het nieuwe Gemeentelijk Handelsentrepot, dat net gereed was. De bestaande verbinding daarnaartoe via de Veelaan was ontoereikend, zo klaagden werklieden van het entrepot. Het gemeentebestuur ontwikkelde daarop een plan voor twee voetgangersbruggen. Vreemd genoeg waren dat twee bruggen over de Nieuwe Vaart, aan weerszijden van de spoorbrug.

Brug 328, gezien richting Indische Buurt.
Brug 332, gezien vanaf de Cruquiuskade.

Bij de behandeling van de voordracht in de gemeenteraad in januari 1912 vonden enkele raadsleden de twee bruggen onvoldoende. Wethouder Delprat nam het verzoek om een aansluitende brug over het Lozingskanaal in overweging en kwam in juni 1912 met een aanvullende voordracht voor de derde brug.

Ontwerp en situatie. Bestektekening gemaakt door Publieke Werken, 1912.

De Dienst der Publieke Werken ontwierp vervolgens drie ijzeren vakwerkbruggen. In februari 1913 werd de bouw aanbesteed. De kosten waren door PW geschat op ƒ 18.000. Laagste inschrijver was de Rotterdamse N.V. Industrieele Handels-Maatschappij, met ƒ 20.426. Het werk werd echter gegund aan de Amsterdamse smid en aannemer G.H. Oberink, die zei het voor ƒ 21.837 te kunnen doen. Oberink had eerder onder meer de Koekjesbrug (1911) gebouwd. Zijn smederij was gevestigd op Kerkstraat 88.

Wanneer de bruggen gereed waren heb ik niet kunnen vinden, en ook niet of ze met een feestelijke plechtigheid in gebruik werden genomen. Het zal eind 1913 of begin 1914 geweest zijn dat de eerste arbeiders erover naar hun werk konden lopen.

Kaart uit 1919
Situatie in 1919. Kaart Publieke Werken, bron Stadsarchief.

Wijzigingen

De trap van brug 328 (de zuidelijke brug) bij het Zeeburgerpad werd in 1942 gewijzigd. Ging men komend vanaf de brug eerst linksaf naar beneden, kon men voortaan rechtdoor de trap af. Deze brug werd in 1974 vervangen door een nieuw, pijlerloos exemplaar dat een paar meter dichter bij de spoorbaan kwam te liggen. Volgens Wikipedia werd die brug ontworpen door architect Dirk Sterenberg van Publieke Werken.

Brug 332 werd in 1933-1934 een stukje naar het westen verplaatst en kwam toen tegen de spoorbrug aan te liggen. De reden voor de verplaatsing is onbekend. Het gebeurde in de begintijd van de grote Spoorwegwerken Oost. In 1936 werd de ijzeren bovenbouw vernieuwd. Sindsdien heeft de brug grotendeels gesloten borstweringen.

Brug 334, de brug over de Nieuwe Vaart ten westen van de spoorbrug, verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog, reden onbekend.

In de verte brug 328, gezien vanaf brug 332.

De aangekondigde dood

De bruggen werden grotendeels overbodig toen in 1997 nog geen 100 meter verderop de Panamabruggen geopend werden. Die maakten deel uit van de Panamalaan, de nieuwe verbinding van de Zeeburgerdijk met het herontwikkelde oostelijk havengebied en de Piet Heintunnel.

Het duurde nog 25 jaar voordat de gemeente besloot de bruggen af te breken. Een citaat uit de besluitenlijst1https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/college/nieuws/nieuws-23-november-2022/ van het college van burgemeester en wethouders, 23 november 2022:

Het college van B en W stemt in met de sloop van brug 328 en 332 over het Lozingskanaal en de Nieuwe Vaart tussen Zeeburgerdijk, Zeeburgerpad en de Cruquiuskade in stadsdeel Oost. De landhoofden van brug 328 belemmeren de doorstroming van het Lozingskanaal. De doorstroming van het water naar het gemaal Zeeburg is niet goed. Een gemaal moet water van een laag peil naar een hoog peil brengen. Beide bruggen worden niet regelmatig gebruikt en zijn niet geschikt voor invaliden en fietsers omdat een hellingbaan ontbreekt. Brug 1965 in de Panamalaan is een goed alternatief.

Met de sloop gaat een verwijzing verloren naar de historische band tussen de voormalige arbeidersbuurten van Oost en het aangrenzende havengebied. Het argument van de doorstroming kent u wellicht nog van de sloop van de historische spoorbrug over de Nieuwe Vaart aan het eind van de Sarphatistraat, waarvan Waternet vond dat de pijlers in de weg stonden2Parool 20-10-2012, via http://www.anneb.dds.nl/nieuwevaart/docs/spoorbrugs50.pdf (PDF) en die dus gesloopt werd, nu tien jaar geleden. Het zuidelijke landhoofd van brug 328 steekt inderdaad een eind het water in, maar de doorvaart is nog altijd ruim 30 meter breed. Waternet ziet het liefst helemaal geen bruggen over gemeentelijke wateren, zo lijkt het wel.

In een bewonersbrief die vorige week werd verstuurd aan omwonenden wordt nog een argument genoemd, waarschijnlijk het belangrijkste: de kosten. “De bruggen zijn aan onderhoud toe, worden weinig gebruikt en de onderhoudskosten zijn hoog.”

Tot slot

Namen hebben de bruggen nooit gekregen. Ze hebben het hun gehele leven moeten doen met nummers, wat wel past bij hun no-nonsense-ontwerp, en ook aansluit bij de prozaïsche namen van de wateren die ze overspannen. De sloop staat gepland voor oktober dit jaar. Daarmee verdwijnt weer een stukje ongerepte ruigheid uit de stad.

Brug 332. Nergens kom je zo dicht bij het spoor als hier.
Brug 328 over het Lozingskanaal.
Brug 332 over de Nieuwe Vaart.
Brug 328, met de gewraakte landhoofden in het water.
Vanuit deze hoek gezien lijkt het zuidelijke landhoofd een belemmering te kunnen vormen voor de doorstroming. Foto 2020, Ceescamel / Wikimedia Commons. Licentie: CC BY-SA 4.0.

Update 20 juli: foto zuidelijke landhoofd toegevoegd, alsmede de vermoedelijke architect van die brug.

Update 9 april 2024: de verwijdering van brug 332 is begonnen. De brug is afgesloten en de verlichting is verwijderd. Volgens de huidige planning wordt brug 328 pas in 2025 verwijderd.

Bronnen en voetnoten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *