Het Shellterrein

EYE. Foto: Gouwenaar / Wikimedia Commons. Licentie: publiek domeinFilmmuseum Eye is de blikvanger van het zich snel ontwikkelende Amsterdam-Noord. Een paar jaar geleden was het gebied rond Eye nog geheel in gebruik bij Shell en was het afgesloten voor de buitenwereld. Een korte geschiedenis van het terrein.

Petroleum en paraffine

In 1914, nu honderd jaar geleden, opende de Bataafsche Petroleum Maatschappij een laboratorium in Amsterdam. Die “Bataafsche” was een dochterbedrijf van de samenwerkende Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië en de Britse “Shell” Transport and Trading Company Limited. Het bedrijf met de ingewikkelde constructie noemen we hier verder kortweg Shell. De Bataafsche was het productie- en raffinagebedrijf van de onderneming.

Het laboratorium was een bescheiden gebouw in de in 1851 drooggelegde Buiksloterham, een ondiepe baai aan de noordkant van het IJ.

Op die plek was al eerder olie-industrie gevestigd: in 1867 kwam er het Amsterdams Petroleum Entrepot. De Buiksloterham was een veilige plek voor de opslag van de brandbare stof. Handelaren klaagden echter over de slechte bereikbaarheid van het Entrepot. Ook werd het te klein. Daarom werd in 1887-’89 een aparte Petroleumhaven aangelegd. Die lag weliswaar ver naar het westen, langs het Noordzeekanaal, maar was vanuit de stad over land veel beter bereikbaar.

Situatie rond 1904

De gebouwen van het Petroleum Entrepot werden in 1905 gekocht door de Dordtsche Petroleum Maatschappij, een concurrent van de Bataafsche, die er een paraffinefabriek vestigde. De Dordtsche werd in 1911 overgenomen door Shell.

Het bedrijf heeft een fraaie interactieve tijdlijn gemaakt over de lange voorgeschiedenis van het terrein.

Laboratorium

Shell beschikte door de overname van de Dordtsche over een terrein met ruimte voor laboratoriumactiviteiten en proeffabrieken, ruimte die het bedrijf elders miste. De onderzoeksafdeling groeide snel, vooral onder de leiding van  G.J.L. Caviët (1920-1945). Er ontstond behoefte aan één groot labgebouw: het Groot Laboratorium (1929). Tien jaar later werd het uitgebreid met een extra vleugel. Het gebouw was een ontwerp van Kees Abspoel. Op het terrein werkten toen zo’n 1250 personen.

Groot Laboratorium, en de toren Overhoeks

In 1938-39 volgde een uitbreiding ten oosten van het Buiksloterkanaal, in de Tolhuistuin. Destijds was het grootste deel van het terrein tussen Buiksloterkanaal en Buiksloterweg een soort park rond het aloude Tolhuis: de Tolhuistuin. De Tolhuisweg werd toegangsweg tot het eigenlijke Shell-terrein. Voor de brug kwam een slagboom. Huisarchitect Abspoel ontwierp er een portierswoning annex poorthuis, een witgepleisterd pand in de stijl van het Nieuwe Bouwen.

Poortgebouw

Situatie in 1940

Na de Tweede Wereldoorlog volgde verdere expansie. Zo was er ruimte nodig voor een van de eerste computers in Nederland, de Miracle (1955). Er verrees een aparte kantoortoren (1970), Overhoeks genoemd vanwege de gedraaide plaatsing ten opzichte van het IJ. Het ontwerp van architect Arthur Staal was met ruim 75 meter lange tijd een van de hoogste gebouwen van Amsterdam, en beeldbepalend voor Amsterdam Noord.

Toren Overhoeks, 2000. Foto: Iijjccoo / Wikimedia Commons.  Licentie: CC BY-SA 3.0

Staal ontwierp in twintig jaar tijd diverse andere gebouwen op het terrein, waaronder dat van de bedrijfsgeneeskundige dienst (1956, Tolhuisweg 1) en de bedrijfskantine in de Tolhuistuin (1971-75).

Herbestemming

In het eerste decennium van de 21ste eeuw verliet de onderzoeksafdeling, inmiddels Shell Technology Centre Amsterdam geheten, de meeste gebouwen. Het Centre trok zich terug in enkele panden op het noordwestelijke deel van het terrein, tussen de Grasweg en het IJ. De meeste bouwwerken werden gesloopt, en de verontreinigde bodem werd gesaneerd. Het vrijgekomen gebied werd bestemd voor ruim 2000 woningen, een stadspark en voor een nieuw Filmmuseum, het in 2012 geopende Eye van het Oostenrijkse architectenechtpaar Delugan-Meissl.

De kantoortoren wordt op dit moment verbouwd tot evenementengebouw A’DAM. In het Groot Laboratorium kwamen allerlei bedrijven in de creatieve sector. Een deel van het gebouw wordt verbouwd tot hotel – het beruchte hostel dat eerder van de Weesperzijde werd geweerd. In de gebouwen in de voormalige Tolhuistuin zijn nu allerlei kleine bedrijven gevestigd. In de oude bedrijfskantine opende in 2014 restaurant THT de deuren.

***********

Bronnen: o.a. de Cultuurhistorische effectrapportage Noordelijke IJ-oever (Bureau Monumenten & Archeologie, 2003).

Eén reactie op “Het Shellterrein

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *