“Hoe Heineken Amsterdam tot bloei bracht”, koppen Parool en Dichtbij vandaag eensgezind boven een ANP-bericht. Ze hebben het over Gerard Adriaan Heineken (1841-1893), de oprichter van het bierconcern, succesvol ondernemer. Maar is de stelling in de kop niet wat al te boud?
Gerard kocht in 1864 brouwerij ‘De Hooiberg’, gevestigd aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Vier jaar later werd een nieuwe en grotere brouwerij geopend, buiten de Singelgracht, op de huidige hoek Stadhouderskade – Ferdinand Bolstraat. Dat was dus nog voordat de Pijp werd aangelegd; de aanleg van die wijk kwam eind jaren 1870 op gang.
Heineken liet de gebouwen ontwerpen door de architect Isaac Gosschalk, voor wie het de eerste grote klus in Amsterdam was. Later zou hij onder meer de Westergasfabriek bouwen. De gebouwen van Gosschalk werden in 1913, 1925 en 1934 vervangen door de drie grote gebouwen die er nog altijd staan. De twee nieuwste gebouwen werden ontworpen door B.J. Ouëndag, een leerling van Gosschalk.
Op de plek van de oude brouwerij kwam café-restaurant Die Port van Cleve. Gosschalk ontwierp er in 1888 een nieuw gebouw voor.
Stadsontwikkeling
Heineken was van 1871 tot 1877 lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Hij zal er wellicht hebben meegepraat over de plannen voor stadsuitbreiding, destijds een heet hangijzer. Er waren het ruim opgezette en afgewezen plan-Van Niftrik uit 1867 en het minder ambitieuze plan-Kalff uit 1877. Dat laatste werd de basis voor de negentiende-eeuwse gordel die we nu kennen.
Heinekens brouwerij was misschien een van de eerste maar zeker niet de enige fabriek die zich buiten de oude stadsmuren vestigde. Vooral stankveroorzakers zag men liever buiten de stad. Die industriële ontwikkeling zal er misschien toe hebben bijgedragen dat het stadsbestuur haast moest maken met de planvorming, om te voorkomen dat de beoogde woonwijken volgebouwd werden met fabrieken.
Tot de aanleg van het Noordzeekanaal was al in 1863 besloten. Dat kanaal wordt algemeen gezien als van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de dichtslibbende Amsterdamse haven en daarmee voor de Amsterdamse economie. Aan dat besluit heeft Heineken voor zover bekend niets bijgedragen; hij was destijds 22.
Een andere grote stimulans voor de economie was de aanleg van het Centraal Station. In 1872 werd begonnen met het aanplempen van de eilanden waarop het station zou verrijzen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Heineken veel invloed heeft gehad op het besluit tot de bouw, dat al eerder was genomen. Er werd tot 1872 vooral veel gesteggeld over de locatie.
Ontwikkelingen buiten de stad, zoals de afschaffing van het Cultuurstelsel (1870) en de vondst van diamanten in Zuid-Afrika (“Kaapse tijd”, 1870-1880), droegen ook bij aan de bloei van Amsterdam in de tweede helft van de negentiende eeuw. Allemaal initiatieven van Heineken? Lijkt me stug.
Woningbouw
Begin jaren 1870 waren de woonomstandigheden in de propvolle binnenstad veelal niet best. Dat ontging ook Heineken niet. Samen met de bankier Nicolaas Pierson richtte hij in 1873 de N.V. “Woningmaatschappij” op. Doel van de onderneming was “het bouwen en verhuren van woningen, meerendeels geschikt voor den ambachtsstand”.
Het eerste project van de N.V. was een complex van 244 arbeiderswoningen op Oostenburg, gebouwd vanaf 1874. In 1890 volgden 68 burgerwoningen bij de Amsteldijk, in laagbouw. Voor beide projecten werd architect Dolf van Gendt ingeschakeld.
Voor zichzelf liet Heineken door Van Gendt een stadsvilla bouwen aan het Tweede Weteringplantsoen. Het huis was in 1891 gereed. Lang heeft Heineken er niet van kunnen genieten: hij overleed in 1893. Tegenwoordig is het een kantoor van het bedrijf. Gerards kleinzoon Freddy werd er in 1983 voor de deur ontvoerd.
Boek
Tot zover dit overzichtje van wat Gerard Heineken -voor zover mij bekend- heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de stad. Niet gering, maar hij heeft de stad zeker niet in zijn eentje tot bloei gebracht.
Vandaag verschijnt De man, de stad en het bier, een boek van Annejet van der Zijl over Gerard Heineken (bol.com). En morgen opent in het Stadsarchief een tentoonstelling over Gerard. Wie weet schijnen ze nieuw licht op de bijdrage van de brouwer aan Amsterdam.
Table of Contents
Ben het boek met veel plezier en interesse aan her lezen. Dank!