Twee gelijke gebouwen vlakbij elkaar zijn bepaald geen uitzondering in de stad. Maar er zijn ook “tweelingpanden” die gescheiden worden door een flinke afstand, die geen ensemble vormen. Een lijstje.
1. Scholen Nieuwer-Amstel
Architect Gerrit Willem Vixseboxse won in 1884 een prijsvraag met zijn ontwerp voor twee scholen met woningen voor de hoofdonderwijzers. Ze verrezen in de Gijsbrecht van Aemstelstraat en in de Derde Schinkelstraat; destijds lagen die nog in de gemeente Nieuwer-Amstel. De school in Oost is in de loop der jaren flink aangetast, maar de gevel in Zuid is nog intact.
Afstand (hemelsbreed): 3,8 km.
2. Luxe-scholen
De gemeente Amsterdam bouwde zelf tussen 1880 en 1900 zo’n dertig openbare lagere scholen. Bij die aantallen lag hergebruik van bouwtekeningen voor de hand. Dat is goed te zien bij de scholen aan het Molenpad bij de Prinsengracht en in de Eerste Jacob van Campenstraat bij de Ferdinand Bolstraat, gebouwd in 1882/1883 en ontworpen door de dienst Publieke Werken. Het zijn geen eeneiïge tweelingen maar de overeenkomsten zijn legio: rode baksteen met gele accenten, classicistische elementen zoals frontons en pilasters, en het sgraffito in de bogen boven de vensters. Dit waren sjieke scholen, voor kinderen met ouders die het leergeld konden opbrengen.
Afstand: 1,2 km.
3. Politieposten
Ook voor de politie werd eind negentiende eeuw flink gebouwd. Dat waren niet alleen stenen bureaus, maar ook enkele tientallen kleine houten posthuizen die bijvoorbeeld op pleinen geplaatst konden worden. Publieke Werken ontwierp ze in 1896 als kleine chalets, in twee varianten: met en zonder “suspecthok”. Twee van die posten bestaan nog: op de Nieuwezijds Voorburgwal en op de Achtergracht.
Afstand: 1,3 km
4. Muziektenten
Twee muziektenten, beide achtzijdig met koepeldak en houten borstwering. Ze staan in Schellingwoude en Ransdorp; in Durgerdam is er nog een. Het identieke exemplaar in Zunderdorp is verdwenen. Ze werden gebouwd in 1923 om het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina muzikale luister bij te kunnen zetten, door werklozen en door leden van de muziekverenigingen in de dorpen.
Afstand: 2,3 km.
5. Badhuizen
Veel woningen in de vooroorlogse stad hadden geen bad of douche. De bewoners waren voor de wekelijkse schrobbeurt aangewezen op badhuizen, waar men tegen een kleine vergoeding een douche kon nemen. Het eerste gemeentelijke badhuis opende in 1911; er zouden er nog enkele tientallen volgen. De mooiste zijn de twee vrijwel identieke badhuizen uit 1920 en 1926 op het Boerhaaveplein en op het Smaragdplein / Diamantstraat. Ze werden voor Publieke Werken ontworpen door A.J. Westerman.
Afstand: 1,1 km.
6. Kleurendoosflats
Naar ontwerp van Allert Warners werden in de wederopbouwjaren enkele blokken flats gebouwd voorzien van vrolijk gekleurde platen aan de gevels. De twee blokken met doorzonwoningen in Nieuw-West bij de Slotermeerlaan zijn een woonlaag hoger en hebben winkels op de begane grond. Ze rusten op betonnen pilaren waar Le Corbusier blij van zou worden en staan bekend als de Grote en de Kleine Verfdoos. Oorspronkelijk waren het portiekwoningen, maar bij een renovatie zijn er galerijen tegenaangebouwd. De vier kleinere blokken met appartementen aan de Johannes Worpstraat in Zuid hebben bergingen en garages in de plinten. Deze Warnersblokken zijn rijksmonument; de blokken in Nieuw-West hebben geen monumentenstatus.
Afstand: 5,1 km.
Zijn er nog meer tweelingen? Laat het hieronder weten.