Een oud schoolgebouw aan de Schiemanstraat was in de jaren ’30 meerdere malen het middelpunt van ongeregeldheden. De politie werd zelfs met een revolver bedreigd. Wat was er loos?
Aan het begin van de Planciusstraat, net voorbij het spoor, staat een witgepleisterd gebouw. Het was oorspronkelijk een armenschool, een gratis school voor openbaar lager onderwijs, gebouwd in 1863. Architecten waren stadsbouwmeester Bastiaan de Greef en zijn assistent Willem Springer. Zij tekenden een school met één lokaal dat ruimte bood aan 360 (!!) leerlingen. Pas later werden er enkele scheidingswanden aangebracht. Aan de kant van de Schiemanstraat kwam de onderwijzerswoning.
Eind jaren 1920 was het leerlingental zodanig teruggelopen dat een deel van het gebouw vrijkwam voor andere doeleinden. De school werd in 1930 geheel opgeheven. Belangrijkste gebruiker werd het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun, de voorganger van de Sociale Dienst, de huidige Dienst Werk en Inkomen. De ingang kwam aan de Schiemanstraat.
Het werd druk bij het nieuwe bureau, dat bedoeld was voor het noordwestelijke kwart van de binnenstad. Bij het bureau konden werklozen terecht voor een uitkering, de ‘steun’.
In de Grote Depressie in de jaren ’30 liep de werkloosheid op tot grote hoogte, volgens het CBS zelfs tot ongekende hoogte. Landelijk was in 1935 ruim 19% van de beroepsbevolking werkloos. In de nijverheid en in de bouw, belangrijke sectoren in Amsterdam, was dat nog meer: een derde resp. de helft.
Vanaf de opening in mei 1930 verschenen er geregeld meldingen in de dagbladen over ongeregeldheden bij het bureau. Er werden vooral veel ruiten ingegooid. Ook werden ambtenaren bedreigd, zo blijkt uit een bericht (links) in de communistische krant De Tribune. Ambtenaren konden alleen onder politiebegeleiding instappen in de tram. (B.A. = Burgerlijk Armbezoek, de voorloper van het Bureau).
oktober 1931: ambtenaar met mes bedreigd door een werkloze 24-jarige tuinman
oktober 1931: 26-jarige werkloze varensgezel aangehouden wegens vernieling van een ruit
Werklozen waren verplicht om zich tweemaal per dag te melden bij het bureau. Ze kregen dan een stempel in hun stempelboekje. Het stempel diende als bewijs dat ze niet stiekem ergens een baan hadden. Als aan het eind van de week een stempel ontbrak, werd een bedrag ingehouden op de uitkering.
Tegen dat tweemaal daags stempelen bestond veel weerstand. In de rij staan voor een uitkering voelde als een vernedering, en twee keer per dag als een dubbele vernedering. In december 1931 kwam het tot een heuse stempelstaking. De politie trad hard op tegen werklozen die voor de stempellokalen demonstreerden.
Het bericht in De Tribune (links) vergeet te melden dat een van de demonstranten een revolver trok. De meer gezagsgetrouwe krant Het Vaderland meldde dat wel.
Bij een soortgelijke demonstratie in Rotterdam was een agent neergeschoten. De krant van de sociaal-democratische SDAP, Het Volk, ageerde tegen de staking, die een agressieve actie van de communisten zou zijn. De krant stelde dat het stempelen noodzakelijk was om fraude te bestrijden.
De staking van de werklozen had geen effect, tweemaal per dag stempelen bleef verplicht.
april 1932: 32-jarige werkloze los werkman aangehouden voor het vernielen van een ruit
juni 1932: 21-jarige werkloze koopman aangehouden voor het vernielen van een ruit
juli 1932: werkloze sjouwerman aangehouden nadat hij een ambtenaar bij zijn lurven had gegrepen
In oktober 1932 kwam een grote groep woonwagenbewoners verhaal halen in de Schiemanstraat over geweigerde steun.
december 1932: 23-jarige werkloze werkman aangehouden voor het vernielen van een ruit
In december 1932 was er weer een communistische demonstratie in de Schiemanstraat, ditmaal voor verhoging van de uitkeringen. Aanleiding was een huisuitzetting eerder die dag.
februari 1933: 40-jarige werkloze bouwvakker aangehouden wegens vernieling van een ruit
maart 1933: werkloze vernielt ruit, zijn uitkering wordt als straf gekort
mei 1933: 28-jarige werkloze havenarbeider wordt aangehouden voor het vernielen van ruiten. Na vrijlating gaat hij meteen weer naar de Schiemanstraat om daar nogmaals een ruit in te gooien. Hij wordt weer aangehouden.
mei 1933: 41-jarige werkloze werkman aangehouden wegens het vernielen van een ruit
september 1933: 38-jarige werkloze grondwerker aangehouden wegens het vernielen van een ruit
In februari 1934 wordt een groep vrouwen die bij de Schiemanstraat demonstreert, uiteengedreven. Het bericht meldt niet waar de vrouwen voor of tegen demonstreerden.
In juli 1934 sloeg de vlam in de pan nadat een verlaging van de uitkeringen was aangekondigd. Het kabinet-Colijn wilde de economie op gang helpen door lonen en uitkeringen te verlagen. Zo’n 400 vooral communistische arbeiders verzamelden zich op de Palmgracht. Ze wilden optrekken naar de Schiemanstraat om daar te demonstreren. Dat stond de politie echter niet toe. De daarop volgende rellen liepen uit op het Jordaanoproer, dat aan vijf mensen het leven kostte. Ook buiten de Jordaan was het onrustig.
februari 1935: een werkloze wordt aangehouden nadat hij een vuilnisemmer door een raam van het bureau heeft gegooid
februari 1935: een werkloze wordt aangehouden voor het ingooien van twee ruiten
juli 1936: 40-jarige werkloze koopman aangehouden voor het ingooien van een ruit
Na 1935 neemt de werkloosheid af, en verschijnt de Schiemanstraat nauwelijks meer in de krant. Het laatste noemenswaardige bericht, uit 1939, is vooral merkwaardig.