Dat het Andazhotel aan de Prinsengracht op de plek staat waar eerst de openbare bibliotheek was, weten de meesten wel. Maar wist je dat hier eerder een van de grootste fabrieken van de stad stond?
Marinus Johannes van de Waal begon in 1859 op de Prinsengracht met de productie van hoepelrokken. Hij had toen één meisje in dienst. Twintig jaar later waren dat er al 150. Hoepelrokken waren niet meer in de mode; het bedrijf maakte nu korsetten, gewone rokken en schorten. Die werden behalve in Nederland ook verkocht in Frankrijk, Duitsland en Zweden.
De naai- en borduurmachines werden aangedreven door een stoommachine op de parterre, waardoor veel sneller gewerkt kon worden dan voorheen met trapmachines. Het Algemeen Handelsblad bezocht de fabriek in 1879 en schreef over de “opgewektheid, waarmede de meisjes, bij zoo veel geringere inspanning, blijven voortarbeiden”.
Afgaande op dat verslag waren de werkomstandigheden bij Van de Waal beter dan bij concurrerende ateliers. “Er heerschte een voorbeeldige orde. Al die vlugge vingertjes waren in de weer, hetzij met rollen, vouwen, plooien, snijden, pijpen, patronen doorprikken, zonder dat daarom oog en gelaat die sporen van lusteloze vermoeidheid vertoonden, welke in fabriekswerkplaatsen dikwerf zulk een pijnlijken indruk achterlaten.”
In 1897-1898 werd de fabriek uitgebreid naar de Keizersgracht. Het bedrijf was enkele jaren eerder overgenomen door textielgroothandel Klatte. Het nieuwe gebouw werd ontworpen door Willem Hamer (1843-1915), die toen al naam had gemaakt met het Vondelparkpaviljoen (1881, tot voor kort Filmmuseum) en met Hotel de l’Europe (1895). De gevel aan de Keizersgracht, een rijksmonument, is het enige dat nu nog herinnert aan het kledingatelier.
In het nieuwe complex, 85 meter van gevel tot gevel, werkten toen zo’n vijfhonderd werknemers, vooral ongehuwde vrouwen jonger dan 20. Waarschijnlijk woonden velen van hen in de Jordaan. Op de binnenplaats stond een grote schoorsteen voor de stoommachines. In het bouwdeel aan de Keizersgracht kwamen vooral magazijnen en kantoren. Het is daarom opmerkelijk dat Hamer zulke grote ramen maakte in de voorgevel. Misschien dacht hij dat er ooit alsnog ateliers zouden komen. De pers sprak van een ‘modelinrichting’ en de opening werd gevierd met een feestelijke voorstelling in de Stadsschouwburg voor alle werknemers.
De merknaam Wala voor de korsetten was een begrip. Vanaf de jaren ’20 maakte Van de Waal ook beha’s. In 1968 werd het bedrijf overgenomen door collega Triumph, die vooral geïnteresseerd was in het marktaandeel. De productie in Amsterdam was veel te duur geworden, zodat de fabriek in 1969 werd gesloten.
Het gebouw aan de Prinsengracht werd gesloopt. In 1977 kwam er de hoofdvestiging van de openbare bibliotheek. Nadat die in 2007 was vertrokken naar het Oosterdokseiland, werd het pand verbouwd tot hotel. Na een brand in 2011 werd dat in 2012 geopend.
Dit artikel verscheen eerder op dichtbij.nl.
Het pand aan de Keizergracht op de kaart.
Eén reactie op “Hoepelrokken, korsetten en beha’s aan de Prinsengracht”