Wie was de productiefste Wederopbouwarchitect van Amsterdam?
De vraag kwam op bij het lezen van Erkenning voor dé architecten van de wederopbouw op het Rotterdamse blog Vers beton. Paul Groenendijk plaatst daar de gebroeders Kraaijvanger “zowel kwalitatief als kwantitatief op nummer één“. Hij keek ‘binnen de brandgrens’, het gebied dat in mei 1940 door het Duitse bombardement werd verwoest.
De Amsterdamse wederopbouw is van een geheel andere aard, dus een vergelijking met Rotterdam is moeilijk te maken. Er was in Amsterdam nauwelijks bomschade, zodat er niet meer dan enkele tientallen letterlijke wederopbouw-projecten zijn geweest.
Verreweg de grootste bouwproductie tussen 1945 en 1970 werd uitgevoerd in het kader van het al voor de oorlog opgestelde Algemeen Uitbreidingsplan, het AUP. Al die bouwwerken zijn geïnventariseerd en op de kaart gezet (zie ook hier). De dataset is als open data beschikbaar gesteld, zodat iedereen er mee aan de slag kan. De gegevens omvatten 1176 objecten en in totaal 63.295 woningen die na 1944 gebouwd zijn (*).
De gemeentelijke Dienst Publieke Werken was behoorlijk productief, met 51 objecten. Dat waren voornamelijk scholen (bruggen ontbreken in de dataset). De architecten L.B.M. Linders, W.J. Klein, J. Brouwer, L. Peters en Z. Gulden waren ieder betrokken bij 27 objecten. Linders en Klein bouwden vooral vrijstaande woningen in Buitenveldert; Brouwer flats in Buitenveldert en Nieuw-West. Zeeger Gulden was voor de oorlog ook al zeer productief, toen nog samen met collega Melle Geldmaker. Na de oorlog werkte hij samen met onder meer G. Husslage aan het ontwerp van diverse projecten in Nieuw-West, vooral portiek- en galerijflats maar ook rijtjeswoningen.
Maar wie is nu de topscorer? Dat moet Piet Zanstra zijn. Op zijn naam alléén staan al 18 objecten en 1526 woningen. Als we het werk meetellen dat op naam staat van zijn bureaus en van zijn samenwerking met J. van Schaik, dan was Zanstra betrokken bij maar liefst 54 objecten en 5922 woningen.
Zanstra (1905-2003) is verwierf faam met een van zijn eerste projecten: de atelierwoningen in de Zomerdijkstraat (1934), ontworpen samen met J.H.L. Giesen en K.L. Sijmons. Met Van Schaik bouwde hij na de oorlog de tuinwijk Middenmeer, in de Watergraafsmeer. Tussen 1966 en 1980 werkte hij samen met De Clerq Zubli en A.W. Gmelich Meyling. Uit die periode stammen bekende Amsterdamse gebouwen als de Europarking aan de Marnixstraat, het Caransa-hotel op het Rembrandtplein en het beruchte Maupoleum in de Jodenbreestraat, dat tot de sloop in 1994 steevast hoog prijkte op lijstjes van lelijke gebouwen.
Overige architecten die betrokken waren bij meer dan 1000 woningen:
J. Brouwer: 27 objecten / 3796 woningen
Gemeentelijke Woningdienst: 22 / 3212
L. Peters: 27 / 3150
K. Geerts / E.F. Groosman / INBO: 13 / 2992 (o.a. in Molenwijk)
F.J. van Gool: 15 / 2731 (o.a. het naar hem genoemde Plan-Van Gool)
B. Bijvoet: 22 / 2182
H. van Vreeswijk: 6 / 2051
J.F. Berghoef: 13 / 1988 (o.a. Sloterhof en Amstelhof)
Z. Gulden: 27 / 1480
C. Keesman: 10 / 1442
W.F. van Bodegraven: 13 / 1325
A.J. Kramer: 12 / 1317
* In de dataset zitten ook enkele vooroorlogse projecten, voornamelijk in Bos en Lommer. Die zijn er voor deze analyse uitgefilterd.
** De dataset heeft alleen betrekking op de AUP-gebieden, dus niet op alle bouwwerken 1945-1970.
*** De dataset dateert uit 2013. Diverse gebouwen zijn sindsdien gesloopt, en ook voor 2013 moesten veel flats wijken voor de stedelijke vernieuwing in de westelijke tuinsteden.