Rond 1900 was het onder architecten populair om de eigen naam in een inscriptie op de gevel achter te laten. In het ene geval was dat wellicht om zichzelf te promoten; in het andere geval wilde de opdrachtgever misschien pronken met een vooraanstaande architect.
Erg lang heeft de trend niet bestaan: na 1910 gebeurde het zelden meer.
De architecten die het vaakst hun naam vereeuwigden waren H.H. Baanders, G.A. van Arkel en E.M. Rood.