Woonhuis, gebouwd in opdracht van A.W. Krasnapolsky, de eigenaar van het horecacomplex in de Warmoesstraat en later ook op de Dam.
Eerste bewoners waren Krasnapolsky, zijn vrouw Johanna en hun zoon Carl August Octaaf, en Johanna's zus Mathilda. Nadat het gezin in 1888 naar het buurpand 34 was verhuisd, woonde de bekende fysiotherapeut J.G. Mezger hier een half jaar.
Het woonhuis werd in 1886 als volgt omschreven in het tijdschrift De bouwmeester:
Het plint bestaat uit Belgische hardsteen, de borstwering uit roode Duitsche zandsteen, het overige van den gevel uit gele Duitsche baksteen, afgewisseld door tufsteen. Voor de plaat van den zonnewijzer, benevens voor de medaillons in den hoektoren is glasmozaĆÆek gebezigd. Het dak is met leien van verschillende kleuren gedekt.
In 1920 werd het woonhuis door bureau Baanders verbouwd tot bijkantoor met safe-inrichting en conciƫrgewoning van de Incassobank. Daarbij werd de ingang verplaatst van de Ruyschstraat naar de Weesperzijde. De bank bleef er tot in de jaren '40. ook daarna was het pand in gebruik als kantoor, tot het in de jaren '80 verbouwd werd tot wooneenheden.
Oud adres: Ruyschstraat 2, na 1920 Weesperzijde 33 b.
Weesperzijde 33k-33z
Er zijn 52 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.