Gebouwd voor een particuliere bouwonderneming, de NV "Albo VI", van bouwondernemer L.J. Borst.
In de drie percelen kwamen vijf woningen: twee op de begane grond en drie op de bovenverdiepingen.
Eerste bewoners, gevonden in het bevolkingsregister:
29-hs: J.M.A. Borst (Amsterdam 1912 - Landsmeer 1972), met gezin. Borst was bouwkundige en zoon van de bouwer. Het gezin kwam over van een etage in de Rijnstraat; het vertrok in 1955 naar Amstelveen. Na hun vertrek woonde vader L.J. hier anderhalf jaar.
29-I: Elisabeth Pijl (Harlingen 1873 - Hilversum 1952), een in 1933 gescheiden vrouw. Ze vertrok in 1943 naar Raphaëlplein 5.
31-I: Agatha C.H. Rond (Amsterdam 1910 - ??), een schoonheidsspecialiste. Haar moeder, een weduwe, heeft hier ook enige tijd gewoond. Vertrok in 1944 met haar kersverse echtgenoot, Jacob Moerland.
33-hs: Martha Leven (Krefeld 1883 - Sobibor 1943), een in 1919 gescheiden Joodse vrouw. Ze deed in december 1941 nog aangifte bij de politie van diefstal van een donzen deken en een laken, uit haar woonkamer. Een dag na haar deportatie in mei 1943 meldde buurman Borst een poging tot inbraak in haar woning.
33-I: Carlos Esteves do Couto (Macao 1903 - ??), vice-consul van Brazilië. Daar verhuisde hij in 1941 naartoe. Eind 1945, na afloop van WO 2, keerde hij terug naar Amsterdam (ander adres), om tot 1968 vice-consul te blijven.
Raphaëlplein 29-33