De gevel aan de P.C. Hooftstraat is eigenlijk de zijgevel van dit herenhuis, dat de kop van de rij vormt.
Volgens de bouwtekeningen was boekhandelaar H.M. Werker de opdrachtgever. Een van de tekeningen noemt daarnaast J.G. van Bree. De eerste bewoners die we terug konden vinden waren de advocaat Sijbrand van Haersma Buma en zijn gezin, die hier van 1877 tot 1881 woonden. Die Buma is een betovergrootvader van de politicus en voormalig CDA-leider met dezelfde naam.
Het oorspronkelijke nummer van het huis op de kop van de rij was 182. In 1901 werd het samengevoegd met het buurpand (uit 1876, linkerhuis van een rijtje van zeven van bouwondernemer Hartgerink) en gingen de huizen samen verder als nummer 180. Architecten van de verbouwing waren B.J. Ouƫndag en J.F. Klinkhamer.
Vanaf 1909 tot zijn dood in 1920 woonde hier de tabaksmakelaar Johannes Brusse Azn. (1864-1920), weduwnaar. Het huis werd eind 1920 geveild en vervolgens ingericht als kantoor.
Vanaf 1940 hield de vakcentrale NVV hier kantoor. In 1942-1943 volgde de vereniging met de nummers 170 t/m 178 tot Ć©Ć©n kantoorcomplex. Dat gebeurde in opdracht van het Nederlandsch Arbeidsfront, de door de Duitse bezetter ingestelde en door NSB'ers geleide enige toegestane vakcentrale van het land.
Na de oorlog nam de NVV het pand weer in gebruik, tot de verhuizing in 1964 naar het Plein '40-'45. Hier in de P.C. Hooftstraat kwam toen een psychiatrisch verpleeghuis, met plek voor zo'n 110 patiƫnten.
In 1990 zijn de huizen op 174-180 gesloopt. Na de sloop verrees hier boven een ondergrondse parkeergarage het appartementencomplex "Hooftkwartier", sterk gelijkend, ontworpen in de stijl van Schmitz door architect Dik Smeding. In hoeverre daarbij oude gevels zijn blijven staan of gereconstrueerd, is ons niet bekend.
Pieter Cornelisz. Hooftstraat 180
Er zijn 19 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.