Het Rijksmuseum. Gebouw met rijk gedecoreerde gevels en torens, in een mengvorm van neorenaissance en neogotiek. Het symmetrisch opgezette gebouw fungeert ook als stadspoort, in de vorm van de onderdoorgang naar het Museumplein.
Als instituut bestond het museum al sinds 1798. Aanvankelijk was de collectie ondergebracht in Huis ten Bosch in Den Haag. In 1808 verhuisde het museum naar het voormalige stadhuis op de Dam; in 1817 volgde het Trippenhuis op de Kloveniersburgwal. Al in de jaren 1860 werd gezocht naar een groter gebouw. Met het aantreden van Victor de Stuers als referendaris op het ministerie werd achter dat zoeken meer vaart gezet.
Voor het ontwerp van een nieuw gebouw werd een prijsvraag uitgeschreven, die door Cuypers werd gewonnen (1875). Amsterdam had een terrein beschikbaar gesteld, droeg 100.000 gulden bij en stelde de eigen collectie ter beschikking van het museum. Daartoe behoorde ook Rembrandts Nachtwacht. Voorwaarde was wel dat het gebouw een poort zou bevatten naar het nieuwe stadsdeel in Zuid.
Cuypers bedacht dat men vanuit de onderdoorgang het museum in moest kunnen kijken, naar de twee overdekte binnenplaatsen. Boven de onderdoorgang, in het midden van het gebouw, kwam een Eregalerij voor de belangrijkste schilderijen. Aan het eind van de galerij ontwierp Cuypers een zaal voor de Nachtwacht.
Het lukte echter niet om de Nachtwacht op die plek goed te belichten. In 1906 werd daarom een uitbouw gemaakt voor de Nachtwacht aan de Museumpleinkant, achter de oorspronkelijke plek. Daar kreeg het schilderij het gewenste zijlicht.
Ook over deze oplossing was men niet tevreden: de Nachtwacht hoorde dicht bij de Eregalerij te hangen. In 1926 kwam het schilderij zodoende weer in de oorspronkelijke Nachtwachtzaal te hangen, zij het aan de noordwestwand. Pas in 1984 kwam het terug op de door Cuypers bedachte plek, in de as van de Eregalerij. In de Nachtwachtuitbouw kwam werk van Vermeer te hangen.
In 1899 kwam aan de zuidwestkant het Fragmentengebouw. In 1909 en 1919 werd het museum aan de zuidwestkant uitgebreid met een nieuwe vleugel, die nu Philipsvleugel heet.
In de jaren 1950 en 1960 werden de binnenplaatsen dichtgebouwd met extra zalen. Bij de renovatie van 2003-2013 werden die binnenplaatsen hersteld, naar ontwerp van de Spaanse architecten Cruz en Ortiz. De hoofdingang werd verplaatst van de Stadhouderskade naar halverwege de onderdoorrit, de Museumstraat.
Hoog in het gebouw, op zolder, waren lokalen van de Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers en van de School voor Kunstnijverheid. Cuypers was zelf een van de eerste docenten aan de Normaalschool.
Rijksmuseum. Museumstraat 1, Stadhouderskade 42, Jan Luijkenstraat 1
Er zijn 360 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.