Vier percelen. Drie ervan zijn gebouwd als winkels met woningen erachter en erboven; het vierde perceel kreeg op de begane grond een opslagruimte voor steenkolen, met daarboven een woning. Opdrachtgever was H.J.A. van Olffen.
Namens de "Adviescommissie voor Bouwontwerpen en Uitbreidingsplannen in Noord-Holland" ging architect B.T. Boeyinga akkoord met het uiteindelijke ontwerp. Boeyinga ontwierp zelf de meeste woningen in het tuindorp. De commissie was in 1918 ingesteld en had als doel om op verzoek van de colleges van Burgemeester en Wethouders in Noord-Holland adviezen te verstrekken omtrent "de handhaving of de bevordering van de schoonheid in stad en land". Ze fungeerde zodoende als een welstandscommissie.
Afgaand op het bouwdossier werd het eerste ontwerp geleverd door P.A.J. Scheelbeek. Dat werd echter afgekeurd, net als diverse gewijzigde ontwerpen. Op de bouwtekeningen komen verschillende namen voor van andere mogelijke ontwerpers: J. van Uitert, G.F. Jansen, J. de Haan en G. Lindeboom. Wellicht waren dat medewerkers van bureau Scheelbeek.
Nummer 112 was oorspronkelijk de bergplaats. Die werd in 1928 verbouwd tot winkel.
Eerste gebruiker van de winkelruimte op 110 was Van Olffen zelf, die er een bazaar met huishoudelijke artikelen dreef. De zaken liepen waarschijnlijk niet best, want hij ging in 1926 failliet.
Op nummer 112 dreef Van Olffen enige jaren een brandstofhandel. Na de verbouwing kwam er een manufacturenwinkel.
Nummer 114 was lange tijd een slagerij, en op nummer 116 opende in 1924 de kruidenierswinkel van Albert de Haas.
Kometensingel 110-116
Er zijn 3 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.