Verenigingsgebouw Ons Huis werd in 1892 gebouwd door architect Posthumus Meyjes en in 1904 uitgebreid door Berlage. De travee rechts met deur is van de hand van Berlage.
Feitelijk is dit het eerste buurthuis op het vasteland van Europa. De vereniging Ons Huis streefde naar verheffing van de arbeidersklasse, en dacht dat naar Engels voorbeeld te kunnen bereiken door allerlei cursussen te geven: onder meer voor muziek, toneel, textielbewerking, taal. Oprichters waren HĆ©lĆØne Mercier en C.W. Janssen. Dit buurthuis kon gebouwd worden door financiĆ«le steun van de tabakshandelaar P.W. Janssen (1821-1903, vader van C.W.).
De oprichters zagen ook veel heil in contacten tussen de toenmalige standen:
[..] een volksgebouw, waar de verschillende maatschappelijke standen elkander in onderling verkeer zouden kunnen ontmoeten. De meer bevoorrechten zouden daar de minder bevoorrechten kunnen laten profiteeren van hunne meerdere kennis en ontwikkeling; laatstgenoemden zouden daar een plaats voor behoorlijk vermaak en ontspanning kunnen vinden, zich kunnen ontwikkelen door lektuur en studie, zich bekwamen voor den levensstrijd door intellectueele middelen, waartoe zij in hun eigen huis en eigen omgeving niet altijd tijd en gelegenheid hebben.
Bovendien, als de verschillende maatschappelijke standen elkander op voet van vriendschap en vertrouwen op een neutraal terrein ontmoetten, dan zou dit er mogelijk toe kunnen bijdragen, om bestaande ver- en vooroordeelen over en weer uit den weg te ruimen en tot een betere waardeering kunnen leiden van elkanders goede zijde en meer verdraagzaamheid in het leven te roepen tegenover eikaars zwakheden en eigenaardigheden.
Eerste directeur was J.A. Tours. Voorafgaand aan de opening benadrukte hij in De Tijd de rol van Mercier bij de ontwikkeling van het gebouw:
Maar ik ben niet alleen de ontwerper van dit gebouw; ik raadpleegde een vrouw, ook doorkneed in deze aangelegenheden, en ofschoon ook zij te bescheiden is om den lof te aanvaarden, ik blijf zeggen, dat dit groote en grootsche gebouw voor de helft het werk is van juffrouw Mercier.
Het liberale Kamerlid Arnold Kerdijk, bevriend met Mercier, beschreef het gebouw in Ć©Ć©n zin:
Doorloop het van boven tot beneden; bezichtig gelijkvloers de even gezellige als ruime leeskamer, de gymnastiekzaal, de bibliotheek van uit te leenen boeken, de keuken voor onderricht in het kooken; doorloop op de eerste verdieping het zaaltje voor wetenschappelijke voordrachten, de beide clubkamers, het vertrek, waar de toekomstige huisvrouw leiding kan ontvangen in het hanteeren van de naald; vertoef eindelijk op de bovenverdieping in de groote tooneelzaal, waar thans de openingsplechtigheid plaats had ā overal, in al die vertrekken zoogoed als op de trappen en in de portalen, krijgt ge den verkwikkenden indruk, dat hier, met onbekrompen hand, voor het goede werk een zijner waardige woning is bereid.
Posthumus Meyjes schreef in het Bouwkundig Weekblad dat de banken in de cursuszaal 'amphitheatersgewijs' opliepen. Hij legde ook uit waarom de grote zaal, met plek voor 500 bezoekers, op de tweede verdieping kwam:
Daar het niet te ruime bouwterrein het noodzakelijk maakte om met ieder hoekje te woekeren, werd de groote zaal op de bovenste verdieping geplaatst, ten einde aldus de grootst mogelijke oppervlakte van het terrein te kunnen
beslaan.
Ons Huis bouwde later nog meer buurthuizen in de stad. Het pand in de Rozenstraat bleef tot 1976 in gebruik als buurthuis. Vanaf ongeveer 1980 was hier het COC gevestigd, een belangenorganisatie van homoseksuelen en lesbiennes. Het pand werd in 2013 verkocht aan een hotelonderneming. Het COC vertrok toen maar keerde in 2019 terug in een deel van het pand.
Ons Huis. Rozenstraat 6-14
Er zijn 16 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.