Huis met beneden- en bovenwoningen. Het werd in 1878 verbouwd in opdracht van de diamantslijper en -handelaar Israël Blom (1833-1907), die al in het benedenhuis woonde met zijn vrouw Grietje van Slochem en hun zes kinderen. Na de verbouwing trokken Bloms moeder en een nicht bij Israël in.
Architecten waren Jan Wilhelm Meijer (of Meyer, 1845-1922) en zijn broer Gerrit Willem (1847-1919). Het is onbekend wat ze precies wijzigden; vermoedelijk de gehele voorgevel, met een nieuwe pui en gedecoreerde vensters op de verdiepingen.
Eind 1890 werd het huis op een veiling aangeboden voor ƒ 18.000. Het werd toen niet verkocht. In september 1891 lukte de verkoop wel, voor ƒ 13.200. De verbouwing in 1878 had nog ƒ 13.750 gekost. Waarschijnlijk verkeerde Blom in geldnood; in oktober 1891 werd hij failliet verklaard. In december werd het faillissement alweer opgeheven.
In de jaren 1950 hield de Nederlandse afdelingen van de socialistisch-zionistische jeugdbewegingen Haboniem en Hasjomeer Hatsaier hier hun bijeenkomsten, vermoedelijk in het souterrain.
Vanaf de jaren 1960 tot in de jaren 1990 was hier een damestassenfabriek gevestigd, Linweis, ook in het onderstuk. Eigenaar daarvan was Berl N. Lindwer (Delatyn, Polen 1908 - Amsterdam 1998), die hier zelf jarenlang het leer sneed. Medewerkers zetten de tassen in elkaar.
Oudeschans 17
Er zijn 5 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.