Om het afvalwater van de inwoners van de nieuwe wijk in Plan West te verwerken werd in 1925 begonnen met de bouw van een inrichting voor het zuiveren van rioolwater. Rekening houdend met verdere stadsuitbreiding werd gekozen voor een locatie enkele kilometers ten westen van de stad, tussen de geplande ringspoorbaan en de toenmalige Sloterdijkermeerpolder (nu Sloterplas).
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) werd in 1927 in gebruik genomen en was berekend op het afvalwater van zo'n 25.000 personen. Publieke Werken had voor het ontwerp hulp gezocht bij de Deutsche Abwasser-Reinigungs-Gesellschaft uit Wiesbaden en de Industriƫle Maatschappij Mabeg uit Utrecht.
Het rioolwater uit West werd door het gemaal Mercatorstraat, in de zuidwesthoek van het Erasmuspark, naar de inrichting gepompt. Daar liet men in grote bassins het slib bezinken. Dat werd gedroogd en verwerkt tot ophogingsmateriaal en tuinaarde. Het water werd naar oxidatiebedden met lavablokken geleid waar lucht en bacteriƫn het zuiverden. Via een bezinkput werd het uiteindelijk naar de Kostverlorenvaart gepompt.
De capaciteit van de inrichting werd herhaaldelijk vergroot. In 1930 tot 75.000 personen, en in 1938-1941 tot 180.000. Die laatste uitbreiding was om Bos en Lommer op de riolering aan te kunnen sluiten; daar kwam een gemaal in de Gulden Winckelstraat. Na de oorlog volgde verdere uitbreiding tot 400.000 inwoners; genoeg om ook het afvalwater van de westelijke tuinsteden aan te kunnen.
Bij de uitbreidingen werden andere zuiveringstechnieken ingezet dan in 1927. Zo werd bijvoorbeeld een deel van de vrijkomende gassen afgevangen, dat verkocht werd als rioolgas en gemengd kon worden met het stadsgas van de stedelijke gasfabrieken. Daaraan kwam een einde toen de stad in 1967 was overgestapt van stadsgas op aardgas.
In de jaren 1980 moest de gemeente kiezen tussen renovatie van de bestaande inrichting of nieuwbouw elders. Financieel was er weinig verschil, maar voor de stadsontwikkeling was het vrijkomen van het 30 hectare grote terrein gunstig. De keuze viel zodoende op nieuwbouw, naast de al bestaande inrichting in het westelijk havengebied.
Na de ingebruikname van de nieuwe inrichting (1993) werden de meeste gebouwen en installaties hier afgebroken. Er kwam een woonbuurt, Oostoever Sloterplas, met circa 1000 woningen. Het stedenbouwkundig plan werd gemaakt door M. de Hoog van de gemeentelijke Dienst Ruimtelijke Ordening.
Enkele slibtanks en voorzuiveringsbakken werden gespaard. Ze dateren uit 1950-1958 en stonden op het zuidelijke deel van het terrein. In een van de tanks, "Dik Trom" genoemd, werden 7 woningen gebouwd, de zgn. trommelwoningen (gereed 2000, ontwerp De Architectengroep [Van Gameren, Mastenbroek, Tomesen]). In een andere tank kwamen bergingen. In de derde wordt 'grijs water' opgeslagen: huishoudelijk afvalwater van bijvoorbeeld douches en wasmachines, dat gemakkelijk hergebruikt kan worden. De bakken werden ingericht als groenruimtes.
Langs het water van de Uffizilaan staat nog een gebouwtje dat diende als centrale verdeelinrichting. Daar werd het binnenkomende water verdeeld over de verschillende delen van het complex.
RWZI-West. Tretjakovlaan 4-16