Het voormalige Burgerweeshuis. Het weeshuis verhuisde in 1960 vanuit de binnenstad (Luciënklooster, nu Amsterdams Historisch Museum) naar deze plek aan de rand van de stad. Het gebouw bood ruimte aan 125 kinderen.
Het weeshuis werd in 1991 gesloten; door veranderde opvattingen over privacy en opvang van wezen was het gebouw ongeschikt en overbodig geworden. Sindsdien is het vooral als kantoorruimte gebruikt.
Naar verluidt liet Van Eyck zich bij het ontwerpen van de plattegrond van het gebouw inspireren door de architectuur en samenleving van het Dogon-volk in Mali. Hij ging uit van het motto "een kleine wereld in een grote, een grote wereld in een kleine, een huis als een stad, een stad als een huis, een thuis voor kinderen".
Achter het platte poortgebouw ligt een grote binnenplaats. Typerend voor het complex zijn de koepels op de daken. Onder de grotere koepels bevinden zich de gemeenschappelijke ruimtes. Er waren acht paviljoens, een voor elke leeftijdsgroep.
Kenmerkend zijn verder de terugkerende cirkels, onder meer in zitjes. Het kleurgebruik in het gebouw zelf is beperkt tot blauwe steentjes; in het meubilair paste Van Eyck ook andere kleuren uit de regenboog toe (zie ook zijn andere werk, bijvoorbeeld het naastgelegen Tripolis en het Moederhuis in de Plantage Middenlaan).
Van Eyck speelde hier met openheid vs. geslotenheid, binnen vs. buiten en eenheid vs. verscheidenheid (van buiten lijken de ruimtes identiek terwijl ze uiteenlopend zijn).
Van Eyck zei dat het hele gebouw gemaakt is van één soort kolom, één soort latei, en twee soorten koepels.
Vanwege een verstoorde relatie met de opdrachtgever werd het werk afgerond door Van Eycks medewerker Joop van Stigt.
In 1986 wilde de toenmalige gebruiker, het Sociaal Agogisch Centrum Over-Schinkel, de helft van het complex slopen om plaats te maken voor nieuwbouw. Tegen die plannen kwam veel protest, geleid door architect Herman Hertzberger. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de gemeente het pand en de grond overnam, in 1989. De restauratie werd betaald uit de opbrengst van de ontwikkeling van kantorencomplex Tripolis, op het terrein ten zuiden van het weeshuis. Ook dat werd door Van Eyck ontworpen. De jeugdopvang verhuisde naar een nieuw pand verderop aan het IJsbaanpad.
Na het vertrek van de kinderen en de renovatie werd een deel van het complex verhuurd als kantoorruimte. In het andere deel kwam het Berlage Instituut, een door Hertzberger geleide onderwijsinstelling voor bouwkunde. In het Instituut werkten de TU Delft en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten samen. Het verhuisde in 2000 naar Rotterdam.
Het complex werd in 2009 gemeentelijk monument; in 2014 werd het aangewezen tot rijksmonument.
Burgerweeshuis. IJsbaanpad 1-5, Amstelveenseweg 400-404
Er zijn 18 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.