9 augustus 1927 - 17 november 2017
G.J. van der Grinten werd geboren in Venlo. Hij studeerde bouwkunde aan de TH in Delft, en won in 1954 de Prix de Rome met een ontwerp voor een academiegebouw. Vanaf 1955 werkte hij samen met L.J. Heijdenrijk (Leo, 1932-1999). Tot 1959 werkte hij ook bij de Nederlandse Spoorwegen.
Samen met Heijdenrijk bouwde hij diverse kerken, onder meer in Nijmegen (Boskapel, 1963), Leersum (Andreaskerk, 1965), Venlo (Nicolaaskerk, 1961) en Swalmen (Woord Gods, 1963, gesloopt). In Amsterdam-Noord bouwden ze de Weerenkapel (1969) en de Sint-Salvator (1970). Het zijn overwegend zeer functionele gebouwen. Van der Grinten vond naar eigen zeggen "dat het nonsens is om nog zogenaamde kerken te bouwen", omdat de gebouwen in zijn ogen multifunctioneel moesten zijn.
Voor de NS ontwierp hij de stations van Den Helder (1958) en Beverwijk (1960). Het bekendste gebouw waaraan hij heeft bijgedragen is ongetwijfeld het winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht (1973).
In 1962 werd Van der Grinten aan de TH Delft benoemd tot buitengewoon hoogleraar industriƫle vormgeving, destijds een nieuw vakgebied. Vanaf 1972 richtte hij zich geheel op het maken van violen.