Jan de Meijer
5 juni 1878 - 30 december 1950
Johan Bernard Adriaan (Jan) de Meijer werd geboren in Amsterdam als zoon van een brandweerofficier, later hoofdopzichter van de stadsreiniging. Jan doorliep de driejarige HBS en kreeg boetseerles van de beeldhouwer Mendes da Costa en tekenles van de architect Van der Pek.
Na de HBS werd hij timmerman en meubelmaker, en volgde hij avondonderwijs in rechtlijnig tekenen, projectieleer en perspectief. Van 1898 tot 1900 werkte hij als tekenaar mee aan de bouw van Berlages nieuwe Koopmansbeurs. Na een jaar bij Cuypers en enige tijd in Antwerpen begon hij voor zichzelf. Van 1907 tot 1917 werkte hij samen met E.P. Messer.
Zijn grootste werk in Amsterdam is het Observatiehuis voor Jongens, ook wel het Tehuis voor Ontspoorde Jongens genoemd, aan de Vosmaerstraat (1914). Opmerkelijk zijn de toiletgebouwtjes op het Valeriusplein (1922), in een sierlijke stijl ontworpen. Ook het rederijkantoor (1932) achter Centraal Station is een elegant ontwerp, niet meer in de stijl van de Amsterdamse School maar in die van de Nieuwe Zakelijkheid. VĆ³Ć³r het station ontwierp hij een drijvende fietsenstalling (1924). Wellicht kreeg hij de opdrachten voor gemeentelijke bouwwerken zoals de wc-gebouwtjes en de fietsenstalling via Messer, die bij Publieke Werken in dienst was getreden.
De Meijer was ook betrokken bij diverse restauratieprojecten. Zo renoveerde hij in 1909 het Huis aan de Drie Grachten.
Naast zijn werk als architect gaf hij tekenles. Hij was lid van de gemeentelijke Commissie voor het Stadsschoon en later van de Schoonheidscommissie.
Hij trouwde in 1909 met Johanna Sophia Gerdes, met wie hij drie kinderen kreeg. Ze scheidden in 1928. De Meijer hertrouwde in 1929, met MarguƩrite van Waerden. Hij overleed in 1950 en werd begraven op Huis te Vraag.
- Bronnen & links:
- Archief: archief.amsterdam/…
- Biografie: www.iisg.nl/… (pdf), Nwe Inst zoeken.hetnieuweinstituut.nl/…
- Laatste wijziging:
- januari 2024