Willem Kromhout
9 mei 1864 - 21 juni 1940
De geboren Rotterdammer Willem Kromhout Czn doorliep de Ambachtsschool in Den Haag, werkte vervolgens overdag bij de Haagse architect Westra en studeerde 's avonds aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Daar leerde hij onder anderen Karel de Bazel kennen.
In 1883 trok hij naar Amsterdam. Hij kreeg een baan op het bureau van Isaac Gosschalk, waar hij onder meer meewerkte aan de Westergasfabriek. Na enkele jaren als tekenaar bij onder anderen A.C. Bleys begon hij in 1890 voor zichzelf.
Kromhout was zeer actief in het architectenwereldje: hij was twee maal voorzitter van het genootschap Architectura et Amicitia, hij was een van de oprichters van de Bond van Nederlandse Architecten (1908) en hij was betrokken bij de oprichting van de afdeling bouwkunde van de Amsterdamse Rijksacademie van Beeldende Kunsten, eveneens in 1908. Die afdeling, "Voortgezet en Hooger Bouwkunst Onderricht" (VHBO), werd later de Academie van Bouwkunst.
In 1910 werd hij docent bouwkunde in Rotterdam, waar hij zich vestigde en zijn praktijk voortzette. De meeste van zijn uitgevoerde ontwerpen staan in Rotterdam.
Zijn stijl was vernieuwend. Al in 1891 gaf hij af op de toen nog overheersende historiserende neo-stijlen.
Erg veel heeft Kromhout niet gebouwd. Hij had het druk met het verenigingsleven en met vele inzendingen voor prijsvragen, die niet altijd gewaardeerd werden. Zijn bekendste gebouw in Amsterdam is het American Hotel aan het Leidseplein (1898-1902), ontworpen in de stijl van de art nouveau.
Zijn werk werd door collega's hogelijk gewaardeerd. Het Bouwkundig Weekblad kwam ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag met een special, waarin diverse auteurs zijn rol bij de verjonging van de architectuur loofden. Zo ook G. Friedhoff: "Met Berlage en de Bazel vormt hij een driemanschap, dat, na het ploegen van Cuypers, heeft gezaaid."