Weesperplein 11

Klein dienstgebouw van de gemeentelijke geneeskundige dienst, nu ingeklemd tussen de Joodse Invalide (gereed 1938) en woonhuizen uit de negentiende eeuw. Opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School.

Het werd gebouwd als "autogarage met conciërgewoningen, magazĳn en rĳwielbergplaats voor den gemeentelĳken geneeskundigen dienst". Magazijn en fietsenstalling kwamen op de binnenplaats. De conciërges werkten in het Centraal bureau (1924) van de dienst, dat gelijktijdig gebouwd werd om de hoek op de Nieuwe Achtergracht.

Volgens een krantenbericht uit 1921 over het bouwplan zou er ruimte komen voor het stallen van twee dienstauto's en kwamen er drie dienstwoningen. Op de bouwtekening zijn twee woningen te zien.

Toen in 1932 de ambulancedienst van de GG&GD (de geneeskundige dienst en de gezondheidsdienst waren in 1924 gefuseerd) zich in de Valckenierstraat vestigde, kwamen die garage, dit pand en het centraal bureau via de binnentuin met elkaar in verbinding te staan.

De fietsenstalling en het magazijn zijn inmiddels afgebroken. De voormalige garage vormt nu een onderdoorgang naar de binnenplaats, waar een parkeerplaats is.

Eerste bewoners van de dienstwoningen:

1-hoog: Johannes Broersma (Franeker 1874 - Lunteren 1958), zijn vrouw Johanna Catharina Geertruida Teillers (Den Haag 1882 - Lunteren 1956) en hun twee kinderen. Broersma was in 1902 agent van politie geworden. In 1908 stapte hij over naar de Geneeskundige Dienst, waar hij ziekenverpleger werd. Daar werd hij in 1912 conciërge, met dienstwoning op Kloveniersburgwal 78, destijds het bureau van de dienst. In 1923 of 1924 verhuisde het gezin mee met de dienst naar het nieuwe hoofdkantoor; in 1934 vertrokken ze naar een bovenwoning aan het Sarphatipark.
2-hoog: Nicolaas Hobma (Workum 1866 - Ermelo 1949) en zijn vrouw Rosamunde Anna Josephine Rosenkötter (Elberfeld, Duitsland 1870 - Amsterdam 1938). Hobma was sinds 1902 verpleger bij de GGD. In 1903 betrok hij de dienstwoning van het zittingslokaal in het Westerpark. Misschien beviel dat niet, want in 1908 werd hij ontheven van de verplichting in een dienstwoning te wonen, en verhuisde het echtpaar naar een woning aan het Oosterpark. In 1917 werd hij bevorderd tot chef van het "meldingsbureau" van de dienst, een afdeling waarvan de taak ons niet bekend is. Het bureau was vanaf 1919 gevestigd op Keizersgracht 648, waar Hobma en zijn vrouw toen weer een dienstwoning betrokken. In 1923 of 1924 verhuisde het paar mee met het bureau naar het nieuwe hoofdkantoor. Na de pensionering van Hobma in 1931 vertrok het paar naar een woning aan het Van Tuyll van Serooskerkenplein.

Weesperplein 11