Dit jaar wordt het eeuwfeest gevierd van de Amsterdamse School, de architectuurstroming die grote delen van de stad een eigen gezicht gaf. Maar waarom wordt 1916 als geboortejaar gezien?
Zo’n ‘stichtingsjaar’ is in het geval van De Amsterdamse School enigszins arbitrair. Er was geen oprichtingsvergadering, er is geen vlammend manifest verschenen. Er zijn twee mogelijke redenen te bedenken: een gebouw en een artikel.
In april 1916 werd het Scheepvaarthuis in gebruik genomen, het nieuwe, gezamenlijke hoofdkantoor van een groot aantal rederijen op de Prins Hendrikkade. Het wordt gezien als het eerste product van de nieuwe school. Architect Joan van der Mey werd bij het ontwerpen bijgestaan door Michel de Klerk en Piet Kramer. Zij worden meestal genoemd als de oprichters van de stroming. Zelf zouden ze later ontkennen dat er zoiets als een gemeenschappelijk idee bestond.
Ook werd in 1916 voor het eerst de term Amsterdamse School gebruikt, voorzover bekend. Dat gebeurde in een gedenkboek dat verscheen ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van H.P. Berlage. In zijn bijdrage aan de bundel sprak architect Jan Gratama van een ‘moderne Amsterdamse School’ (1):
De besten van dezen tijd, zooals Berlage en de Bazel, zijn als Mozes: zij zien het land van belofte wel, maar zij zullen het niet ingaan.
[..]
De jongeren hebben niet het geduld van Mozes; zij willen reeds nu den purperen wijn van het beloofde land der bouwkunstige schoonheid proeven. De cerebrale, intellectueele erkenning van de waarheid vinden zij wel levensbegrip, maar geen levensbloei.De jongeren willen hartstochtelijk verder; door Berlage geleerd, voelen zij de rijpheid van den nieuweren tijd reeds in zich; zij pogen den wijzergang des tijds te verhaasten en nu al zich uit te leven in eigen kunst. Vandaar de nieuwste richting in de bouwkunst, de moderne Amsterdamsche school met zijn expressionisme, met zijn moderne romantiek, met zijn fantasie. Opgegroeid in Berlage’s beginselen, willen zij de bloesems van den boom, waarvan stam en takken het rationeele zijn. Zij willen in den algemeenen, rationeelen stijl een levendige, sensitieve, d. i. verdiept-persoonlijke schoonheid. Daarenboven willen zij het modern-bouwkunstig technisch en aesthetisch gebied sterk uitbreiden door stijlvolle toepassing van de nieuwere materialen en constructies, en door veelzijdiger vormgeving van de oude materialen.
Een boek gewijd aan de man die destijds de Nederlandse architectuur domineerde is natuurlijk wel een mooie plek voor de geboorte van een nieuwe stroming.
Volgens Gratama wilde de jonge garde meer aandacht voor vormgeving dan Berlage en zijn sobere rationalisme. De eerste werken in de stijl van de Amsterdamse School zijn inderdaad zeer expressionistisch. Later, in de jaren ’20 zou de stijl strakker en soberder worden.
Activiteiten
Er wordt dit jaar op verschillende manieren stilgestaan bij Honderd jaar Amsterdamse School, onder meer met tentoonstellingen in het Stedelijk Museum en in het heropende museum Het Schip. Zie de speciale website voor meer informatie.
Op 020apps.nl/1850-1940/ zijn zo’n 800 items getagd met Amsterdamse School. Via deze link worden ze in chronologische volgorde op de kaart getoond.
(1) K.P.C. de Bazel et. al.: Dr. H.P. Berlage en zijn werk, Rotterdam 1916, p. 49-50. Online versie hier.