Telecommunicatietoren, gebouwd in opdracht van de PTT voor het telefonienetwerk en ontworpen door de Rijksgebouwendienst.
De aanvankelijk ongeveer 65 meter hoge toren werd in 1964 in slechts acht dagen gebouwd, via de 'glijmethode': telkens als de bekisting vol was gestort werd ze een stukje omhoog getild, zodat het beton storten ononderbroken door kon gaan. Afbouwen en inrichten duurde vervolgens nog twee jaar.
De PTT was in de jaren '60 begonnen met het aanleggen van een netwerk van straalzenders die telefoonverkeer draadloos naar elkaar stuurden. Het net tussen de vier grote steden werd in 1966 in gebruik genomen.
Naast de toren kwam een districtscentrale, ontworpen door F.W. de Vlaming en H. Salm.
In 1989 werden enkele extra ringen op de toren geplaatst, waaruit een antenne de lucht in stak. De totale hoogte kwam daarmee op 95 meter. Circa 2000 werd de districtscentrale uitgebreid met de bruine aanbouw.
De huidige spits werd in 2007-2008 toegevoegd. De toren moest hoger worden om de signalen over de hoge panden van de Zuidas te kunnen stralen. De onderdelen van het nieuwe deel werden door een bouwkraan op elkaar gestapeld. De oude top van de toren werd gewijzigd, er verdween een ring. Toen is ook het gebouw geplaatst dat de voet van de toren deels omringt.
De spits met de ovalen platforms (voor schotels en antennes) werd ontworpen door Christof Schwencke van Schwencke Rosbach Architects.
Met 146 meter is het nu het hoogste gebouw aan de Zuidas, en na de schoorsteen aan de Hemweg (176 meter) het hoogste van de stad. In de top is ten behoeve van het vliegverkeer een rood signaallicht aangebracht.
KPN, de opvolger van de PTT, moest alle torens in 2007 verkopen op last van de mededingingsautoriteit. Ze zijn nu eigendom van de Spaanse telecomprovider Cellnex.
Barbara Strozzilaan bij 251, Tommaso Albinonistraat