Het monument is volgens het opschrift opgedragen "aan de beschermers der Nederlandse Joden in de oorlogsjaren". Het is een van de eerste oorlogsmonumenten in Amsterdam, zo niet het eerste. De officiƫle naam was "Herdenking Burgerzin Amsterdamse bevolking tegenover de joodse bevolking"; het staat bekend als het Monument van Joodse Erkentelijkheid.
Het initiatief voor het monument ging uit van een comitƩ onder voorzitterschap van M. de Hartogh, een arts en lid van de gemeenteraad. Naar verluidt was er enige druk 'van hogerhand'; wellicht vonden de autoriteiten het op dat moment nog belangrijker om het verzet te eren dan om de tienduizenden vermoorde joodse Amsterdammers te herdenken. Het monument werd in februari 1950 onthuld door burgemeester d'Ailly, die daarbij sprak over trots en schaamte.
Oorspronkelijk stond het aan de overkant van het Weesperplein, bij de ingang van de Stadstimmertuin. Het moest daar in 1968 weg om plaats te maken voor een metro-uitgang. Daarbij werden de reliƫfs vervangen door kopieƫn in een hardere steensoort.
Er werd een nieuwe locatie gevonden in een plantsoen aan de Weesperstraat, op een plek waar voor de oorlog een rijtje voornamelijk Joodse huizen stond. Daar moest het in 2020 wijken voor het nieuwe Namenmonument. Sinds mei 2021 staat het weer op het Weesperplein. Op een zuiltje wordt de geschiedenis van het monument verteld, met de opmerking dat het inmiddels ook een herinnering is aan hoe complex de verwerking van de oorlog en de Holocaust in Nederland zijn verlopen.
De ontwerper van het monument, beeldhouwer Jobs Wertheim (1898-1977), was zelf een overlevende van de Holocaust. Het monument is uitgevoerd in gele Franse zandsteen. De vijf hardstenen reliƫfs tonen berusting, afweer, bescherming, weerstand en rouw.
Joodse Erkentelijkheid. Weesperplein