Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Hollandsche Schouwburg aanvankelijk een theater alleen voor Joden. Vanaf juli 1942 was het een verzamelplaats waarvandaan Joden werden weggevoerd naar vernietigingskampen. In november 1943 werd de Umschlagplatz gesloten, na het laatste transport.
In 1944 werd het theater door de bezetter verkocht aan enkele zakenlieden die de zaal verhuurden. Na de oorlog wilden ze er een regulier theater van maken. Een comitƩ protesteerde, zamelde geld in en wist het gebouw aan te kopen. In 1950 werd het overgedragen aan de gemeente, op voorwaarde dat het geen oord van plezier mocht worden.
De gemeente besloot na acht jaar soebatten om de restanten van het theater in te richten als gedenkplaats. De schouwburgzaal werd binnenplaats. Burgemeester Van Hall ontstak er in mei 1962 een eeuwige vlam.
De gedenkplaats werd ontworpen door architect Jan Leupen van Publieke Werken. In 2016 werd ze een rijksmonument. De Joodse architect LĆ©on Waterman (1912-1988) tekende in de hal een sobere rouwkapel, een chapelle ardente. Die verdween door de herinrichting in 1993 (architect Roy Gelders), toen een wand met familienamen werd aangebracht.
Dat namenmonument werd weer verwijderd bij een renovatie in 2021-2024; het was overbodig geworden door de komst van het grote namenmonument in de Weesperstraat (gereed 2021).
Monument Hollandsche Schouwburg. Plantage Middenlaan bij 24