• 1850-1940
  • Wederopbouw
  • Na '65
  • Complexen
  • Personen & organisaties
  • Thema's
  • Bouwstijlen
  • Zoeken
  • - - - - - - -
  • Monumenten
  • - - - - - - -
  • Over, bronnen, copyright etc.
  • Privacyverklaring
  • start
  • Amsterdam op de kaart

    Kaartlagen

    Basis

    Historische kaarten

    Kaarten

    Uitbreidingplannen

    Levensmiddelen

    In de 17e eeuw telde Amsterdam tientallen suikerraffinaderijen, ook wel suikerbakkerijen genoemd. Daar werd ruwe rietsuiker uit 'de West' verwerkt tot bruikbare suiker. Het was een nogal stinkende bedrijfstak, zodat de fabriekjes alleen in de Jordaan en in de Lastage mochten staan.

    In de 19e eeuw werd de productie steeds meer gemechaniseerd, wat tot schaalvergroting leidde en uiteindelijk tot minder bedrijven. Over bleven bijvoorbeeld De Granaatappel op de Lijnbaansgracht (Melkweg).

    Ook werd steeds meer een nieuwe grondstof gebruikt: de suikerbiet, die dicht bij huis geteeld kon worden. Voor de verwerking daarvan werd in 1863 een grote fabriek gebouwd in Halfweg. De overgebleven Amsterdamse rietsuikerverwerkers begonnen in 1882 samen de Westersuikerfabriek, in de Spaarndammerbuurt (gesloten in de jaren 1960).

    Brood was in de 19e eeuw voor arme sloebers niet te betalen. Bakkers vormden een gilde en hielden de prijzen kunstmatig hoog. Halverwege de eeuw werd hun monopolie en dat van de molenaars doorbroken. Samuel Sarphati liet in 1856 een Meel- en Broodfabriek bouwen aan het eind van de Vijzelgracht; anderen volgden zijn voorbeeld, soms georganiseerd in coƶperaties.

    Melk werd vanaf halverwege de 19e eeuw vooral verkocht door melkslijters, die het inkochten op de melkmarkt bij de Geldersekade. Vanaf ongeveer 1880 werden her en der in de stad melkfabrieken gebouwd, waar de melk gepasteuriseerd en soms gesteriliseerd werd, hetgeen de houdbaarheid flink verlengde. Een bekende melkinrichting was de VAMI (1917), die ook enkele melksalons exploiteerde.

    In 1882 werden aan de Cruquiusweg een nieuwe veemarkt en abattoir in gebruik genomen, waarmee beestenmarkten definitief uit de binnenstad verdwenen. In het abattoir kon vlees heel wat hygiƫnischer worden 'gemaakt' dan op eerdere plekken. Na ongeveer een eeuw verhuisde het abattoir naar het Markthallenterrein in West, waar sinds de jaren 1930 de handel in aardappelen, groenten en fruit plaatsvond. Eerder was er een groente- en fruitmarkt in de Marnixstraat.

    Alle thema's

    Laatste wijziging:
    februari 2019

    Zoeken