Bij de Marnixstraat werd vanaf 1895 de Amsterdamse groente- en fruitmarkt gehouden, waar winkeliers en venters waren konden kopen van tuinders. De markt strekte zich uit tussen Rozengracht en Passeerdersgracht. De producten kwamen uit de Amsterdamse regio maar ook uit tuinbouwgebieden verder weg, zoals Hillegom en Broek op Langedijk.
Eerder werd de groentemarkt gehouden op de Prinsengracht, tussen Rozengracht en Looiersgracht. Dat gaf daar zoveel overlast dat de gemeenteraad al in 1878 besloot de markt te verplaatsen, naar een terrein buiten de Singelgracht. Zover kwam het echter nooit.
In 1890 werd alsnog besloten de groentemarkt te verplaatsen. Niet naar het in 1878 beoogde terrein, maar naar een deel van de Marnixstraat waar eerder een gasfabriek had gestaan. Tussen Singelgracht en Marnixstraat werden schiereilanden aangelegd, met daartussen insteekhavens. Tuinders konden daar hun producten over water aanvoeren. Ook de Lijnbaansgracht werd daarvoor gebruikt. Op de schiereilanden kwamen houten loodsen.
De fruitmarkt werd eerder aan het Singel gehouden. Daar klaagden omwonenden dat rotte appels door de tuinders zonder omzien in de gracht werden gekieperd. Ook belemmerden de vele schuiten van de tuinders de doorvaart. Enkele maanden voor de opening van de groentemarkt in april 1895 werd besloten om ook de fruitmarkt daar een plek te geven. Die kwam bij de drie meest zuidelijke insteekhavens.
De aardappelmarkt bleef aan de Prinsengracht tussen Noordermarkt en Rozengracht. Omdat aardappelen langer bewaard werden, was daarvoor meer opslagruimte nodig dan voor groente en fruit. Die ruimte was er niet op de nieuwe markt. Gaandeweg werden op de groentemarkt wel steeds meer aardappelen verkocht.
De blokjes huizen op de markt kregen op de begane grond magazijnruimte. De blokken op de koppen van schiereilanden waren dieper dan de blokken op de koppen van insteekhavens. De woningen waren bedoeld voor 'belanghebbenden bij den fruithandel'; ook was bepaald dat er enkele volkskoffiehuizen zou komen waarin nadrukkelijk geen sterke drank verkocht mocht worden.
Een van die koffiehuizen kwam op het terrein waar sinds 2020 nieuwbouw staat, in 1897. Het werd geƫxploiteerd door groentekoopman B.A. Grotegoed.
De nieuwe markt werd gehouden tussen vijf uur en half negen 's ochtends, en trok veel bezoek. Toenemend verkeer (trams moesten elke dag worden omgeleid) en zorgen over hygiƫne deden de gemeente na enkele decennia besluiten de straatmarkt te sluiten en over te brengen naar een overdekte hal. Daarvoor werd in de jaren 1930 in West het Markthallen-complex gebouwd.
Op het meest zuidelijke deel van de markt werd in 1940 een nieuw hoofdbureau van politie gebouwd. De haventjes werden gedempt. Op de oude 'Appeltjesmarkt' kwam in 1957 het busstation, en zo'n tien jaar later ook de Europarking. Het voormalige koffiehuis werd na een brand afgebroken, circa 1990. De laatst overgebleven loods, achter het breedste blok, werd in ongeveer 2008 gesloopt.
NB: bij een renovatie in 2014/2015 werd de nummering gewijzigd.