L-vormig blok met 53 sociale huurwoningen, gebouwd in opdracht van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting. Het staat op de kelderbak van de voormalige melkfabriek “Holland”. In die kelder kwamen bergingen en een parkeergarage.
Het project kreeg het predicaat "Experimentele woningbouw" vanwege de combinatie van hergebruik (de kelder) en nieuwbouw.
De halfronde balkons op de hoek, de erkers en de afwijkende bekleding van de bovenste verdieping doen denken aan woningbouw in de stijl van de Amsterdamse School.
De melkfabriek begon hier circa 1920 en gaf veel geluidsoverlast voor de buurt. Rammelende flessen in stalen kratten leidden tot slapeloze nachten voor omwonenden, zodat weinigen de sluiting van de fabriek in 1974 betreurden.
Een nieuwe bestemming liet op zich wachten. In april 1975 werd het pand gekraakt door buurtbewoners die er een buurtcentrum van wilden maken; het was toen al eigendom van de gemeente. In 1977 diende het als stalling voor de wagentjes van het ter ziele gegane witkarproject. Er was toen al geld toegezegd door het Rijk voor de bouw van woningwetwoningen.
De bouw begon in 1979 en was in 1981 gereed. Drie jaar later was ook de Hercules Seghersstraat klaar, een doorbraak die een nieuwe verbinding vormde in het verlengde van de Dusartstraat naar de Albert Cuypstraat.
Architect ir. Robert Johan (Rob) Ouëndag (1934-1982) was een zoon van de architect W.B. Ouëndag en een kleinzoon van diens vader, architect B.J. Ouëndag.
Eerste Jan Steenstraat 14-36, Hercules Seghersstraat 22-24
Er zijn 40 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.