Vrijstaande villa.
Eerste bewoonster was Johanna Luden-Doeff, weduwe van bankierszoon Johannes Luden.
De opdrachtgever, F.J.W.H. Schmitz, was directeur van de jenever- en likeurstokerij Wijnand Fockinck en lid van de gemeenteraad. Ook was hij in 1872 betrokken bij de oprichting van de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij, de voorloper van de gemeentetram.
Architect Laarman had eerder enkele opdrachten voor de stokerij uitgevoerd.
In november 1933 werd het interieur verwoest door een uitslaande brand. Het werd toen bewoond door L. Schnitzler en diens vrouw. Schnitzler was een koopman, werkzaam bij de exportfirma Stibbe & Co. Hij merkte al snel dat bont, geld en kostbare juwelen uit het huis verdwenen waren. Een half jaar later werden twee Oostenrijkse dienstbodes, Steffi K. en Mitzi S., door de rechter veroordeeld voor het stichten van de brand en het verduisteren van de kostbaarheden.
Weteringschans 24
Er zijn 32 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.