Blok met etagewoningen, sjieker ontworpen dan de meeste panden in de buurt. De Ruysdaelkade was duidelijk een gouden randje.
Op de hoek woonde en werkte de schilder Carel Willink (1900-1983), naar wie het nabijgelegen plantsoen is genoemd.
Architect Schutte (1810-1880) was vooral actief als makelaar. Hij was in 1874 betrokken bij de veiling van terrein en opstallen van de hofstede 'Rust Lust', die hier destijds nog stond. Op de bouwtekeningen voor het rijtje wordt G. Schutte genoemd als eigenaar. Dat was Gerhard Schutte (1821-1907, familieband onbekend), een fabrikant, die zelf op nummer 11 ging wonen.
Uit de catalogus van de 19e-eeuwse bouwmarkt koos Schutte seriematig gemaakte ornamenten als de lisenen (verticale stroken) en balkons.
Ruysdaelkade 11-25
Er zijn 21 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.