Winkelhuis met drie bovenwoningen op de hoek Linnaeusstraat-Reinwardtstraat. Op de bouwtekening uit 1893 staat de naam D. Leur. De enige persoon die we daarmee in het bevolkingsregister hebben kunnen vinden is Dirk Leur (Amsterdam 1855 - Brussel 1917), kantoorbediende van beroep. Dat hij het pand echt zelf ontworpen heeft is niet waarschijnlijk. Hij werd eind 1894 failliet verklaard; misschien had hij zich laten verleiden tot een vastgoedavontuur dat hem boven het hoofd groeide?
Eerste gebruiker van de winkelruimte was de slager Willem van der Kwast (Amsterdam 1867 - Naarden 1933). Hij liet aannemer H. Jansen in 1902 de pui aan de zijstraat wijzigen met een extra winkelraam. Twee jaar later begon de volgende verbouwing, ditmaal naar ontwerp van het bureau van de gebroeders Van Gendt. Uit die tijd dateren de oud-Hollands aandoende luifels en het veemarkt-tableau boven de ingang. Het Nieuws van den Dag meldde onder meer:
[..] is deze slagerij nu het fraaiste hoekhuis van het geheele kwartier. Forsch opgetrokken uit Labrador en Noorsch graniet, zeer hoog van zoldering, tot in de kleinste onderdeelen uitgewerkt in rustigen stijl, geeft dit winkelhuis den indruk van deftige huiselijkheid.
De krant stond ook stil bij alle apparatuur die Van der Kwast had laten installeren om het vlees koel te kunnen bewaren. Er waren volgens het bericht drie ruime koelkelders, die op temperatuur werden gehouden door een machine geleverd door de firma Quiri, waarvan de vertegenwoordiger drie huizen verderop woonde.
Ook de winkelruimte was volgens de krant tip-top.
In den winkel eenzelfde reinheid en frischheid als in de koelkamers. Vloernaden b.v. ā kweekplaatsen van bacteriĆ«n en andere rottings-individuen ā komen er niet voor; zelfs loopt de vloer aan de muurzijden in een gebogen lijn, zoodat bij het sproeien en schrobben geen druppel boenwater aan de vloerranden kan blijven staan.
Wanneer wij er nu nog bijvoegen, dat langs de groote spiegelruiten een geregelde stroom koud water kan worden geleid om in de zomermaanden de lucht in den winkel te verfrisschen, dan zal 't wel duidelijk zijn, dat deze vleeschhouwerij inderdaad voldoet aan de hoogste eischen, welke de hygiƫne in den tegenwoordigen tijd stelt.
Het geheel is een zeer kostbare inrichting. De Heer Van der Kwast beeft veel aangedurfd, doch hij kon dit doen, omdat hij gedurende het elfjarig bestaan van zijne zaak door een zeer uitgebreide clientĆØle gesteund wordt. Morgenmiddag worden de schuttingen weggebroken en in de avonduren geschiedt de opening eenigszins feestelijk.
De Standaard sprak van een "modelslagerij" en meldde dat Van der Kwast de enige runderslagerij in Amsterdam was met een koelinriching.
Willem van der Kwast trok zich in de jaren 1920 terug en verhuisde naar Bussum. Zoon Jan (geb. 1901) zette de zaak tot (vermoedelijk) in de jaren 1960 voort.
Later zaten in het pand diverse restaurants. In de jaren 1980 en 1990 was dat restaurant De Viskom, waarover culinair recensent Johannes van Dam schreef: "De Viskom is een merkwaardig restaurant. Niet slecht, geen haute cuisine, goede gerechten, een paar fratsen en andere verrassingen en merkwaardigheden." Later kwam er een filiaal van Pata Negra; sinds 2020 zit er een vestiging van Five Brothers Fat.
Reinwardtstraat 1
Er zijn 5 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.