Op de plek van een achttiende-eeuws grachtenhuis bouwde de bouwkundige Joh. Visser in 1920 dit nieuwe pand. Op de begane grond kwam een bedrijfsruimte, daarboven was woonruimte. Het terrein liep oorspronkelijk door tot aan de Noorderstraat, waar een garage stond.
Visser was ook de eigenaar van het pand. Zijn bureau was eerder gevestigd in het buurpand op nummer 690.
Eerste bewoner was de kok Gerrit Delwig (Tiel 1883 - Utrecht 1955), met zijn vrouw Helena Wilhelmina Geldof en hun kinderen. Eind 1921 werd de woning betrokken door W.M.A. van Frankenhuijsen en diens gezin. Samen met zijn zwager E.S. Kabel dreef hij hier een handelsfirma onder de naam Kabel & Van Frankenhuijsen. Waarin is ons niet bekend; wellicht stalen kantoormeubelen. Ze gingen in 1924 failliet.
Het onderstuk was al in 1923 in gebruik bij J.W. Middelbeek & Co., een grossier in "boter, kaas, zout, zeep en aanverwante artikelen". Firmanten sinds 1909 waren Jan Willem Middelbeek en Pieter Schots. De laatste ging hier wonen, met zijn vrouw. Bedrijf en gezin kwamen over van Oudezijds Achterburgwal 120. Schots woonde hier tot zijn dood in 1963.
Op het hardsteen boven de middendeur staat nog "Drukkerij W.C. den Ouden". Die kwam hier na de oorlog en verhuisde in 1963 naar de Spaklerweg.
Prinsengracht 688
Er zijn 3 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.