Plantage Middenlaan 74
Huis met beneden- en bovenwoningen.
Eerste bewoners waren het gezin Van Geen: Alexander James baron van Geen (1833-1913), zijn vrouw Maria Haremaker (1843-1927) en hun vier kinderen. Van Geen was waterschout: een rijksambtenaar die de orde in de haven moet handhaven en toeziet op het aan- en afmonsteren van zeelieden. Het gezin verhuisde in 1889 naar Maastricht, waar de baron eerder militie-commissaris was geweest.
De andere woning werd betrokken door de familie Rootlieb: Antonie Pieter Coenraad Rootlieb (1841-1907), zijn vrouw Catharina Sleeswijk (1849-1899) en hun vier kinderen. Ze kregen hier nog twee kinderen. Rootlieb was timmerman en makelaar. Het gezin vertrok al in 1886, naar een woning elders in de stad.
Er zijn 3 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.