Opdrachtgevers voor de bouw van deze villa waren de broers F.A. en P.H.F. Smithuysen, handelaars in tabak.
De katholiek P.H.F. Smithuysen (1841-1890) was van 1884 tot zijn dood lid van de gemeenteraad van Nieuwer-Amstel, waar dit deel van de Overtoom destijds toe behoorde. Samen met zijn broer kocht hij in 1885 het landgoed de Badhoeve in de Haarlemmermeer.
Ten oosten van Villa Betty, waar nu verzorgingshuis Vondelstede staat, stond tot begin jaren '80 Villa Marjo, gebouwd voor F.A. Smithuysen. Die broer stond in 1894 op de lijst van hoogst aangeslagenen voor de belastingen in Noord-Holland, een lijst die jaarlijks in de krant gepubliceerd werd.
De naam Villa Betty dateert van rond 1900, toen het huis betrokken werd door Eduard Adolph Lehmann (1875-1933) en zijn echtgenote Clara Betty von Hunteln (1880-1980). Lehmann, eveneens tabakshandelaar, had de villa in 1896 gekocht en liet haar verbouwen door Gerrit van Arkel - vooral het interieur. Er volgden nog diverse andere verbouwingen en uitbreidingen, waaronder het koetshuis aan het begin van de oprit (uit 1900).
De weduwe Lehmann hertrouwde in 1937 met de hoogleraar C.U. AriĆ«ns Kappers (1877-1946). Ze woonde hier tot ze in 1980 naar een verzorgingshuis verhuisde - in totaal 80 jaar. De villa werd op een veiling verkocht voor Ę2,3 miljoen, inclusief het koetshuis. De huidige eigenaar verkreeg het huis in 1984.
De villa werd in 1981 aangewezen tot gemeentelijk monument en in 1995 tot rijksmonument. Ook de brug over de vijver in de tuin is een rijksmonument.
In 1983 functioneerde 'Betty' als decor voor de speelfilm Brandende liefde.
Vanaf de openbare weg is de villa vrijwel onzichtbaar.
Huisnummer tot 1902: 55.
Villa Betty. Overtoom 241
Er zijn 27 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.