Synagoge Oost, een grote synagoge van de Nederlands-Israëlitische gemeente, gebouwd op de hoek met de Polderweg. De gebrandschilderde ramen werden gemaakt door Leo Pinkhof. In het bouwdeel aan de Polderweg waren ondergebracht een rituelewasruimte, een vergaderzaal en een woning voor de conciërge.
In de jaren 1920 verruilden veel Joden de overvolle binnenstad voor een woning in Oost of in Zuid. De kerkeraad van de Nederlands-Israëlitische gemeente besloot in april 1926 om voor die groepen nieuwe gebedshuizen te bouwen: een hier in Oost en een aan het Jacob Obrechtplein in Zuid. De gemeente Amsterdam stelde de grond beschikbaar.
Tijdens de oorlog werd het interieur grotendeels gesloopt, deels door de bezetter maar ook door buurtbewoners op zoek naar hout voor de kachel. Een groot deel van de gemeente kwam bij de Jodenvervolging om het leven. Na een laatste dienst in 1958 werd de synagoge in 1962 gesloopt. De Joodse gemeente gebruikte vanaf 1956 een nabijgelegen gebouw, aan de andere kant van het spoor (sjoel Oost, hoek Linnaeusstraat/Oetewalerpad, nu Lowie Kopie), tot in de jaren 1990.
Er was niet veel protest tegen de sloop van het vervallen gebouw. Enkele van de ramen van Pinkhof, die met de tien geboden, belandden in een synagoge in Ramat Yitzhak, een buurt in Tel Aviv. Ook het hek van de vrouwengalerij kreeg daar een plek.
Op de vrijgekomen plek werd een flatgebouw voor alleenstaanden gebouwd (gereed 1966), naar ontwerp van Mart Stam. Wrang detail is dat de opdrachtgever en bouwer, aannemersbedrijf Texel, eigenaren had die tijdens de oorlog lid waren van de NSB en na de oorlog veroordeeld waren voor collaboratie met de bezetter.
Synagoge Oost. Linnaeusstraat 119
Er zijn 13 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.