Gashouder, de enige resterende van de Westergasfabriek. Van het gebouw zijn de ringmuur en de daarop steunende ringkuip overgebleven. Boven de ringkuip bevonden zich drie stalen ringen, telescopisch gebouwd zodat de gashouder een variabel volume had. De ruimte op de parterre, met de karakteristieke parasolvormige zoldering, diende als bergplaats.
De diameter is ongeveer 60 meter. Geheel gevuld kon de houder een hoogte bereiken van 65 meter. De maximale capaciteit was 100.000 kubieke meter. Daarmee was het destijds de grootste telescopische gashouder op het Europese vasteland.
Het gewicht van de stalen constructie bedroeg zo'n 55.000 kg. Daar kwam nog bij het gewicht van het gas (1 m³ gas weegt ongeveer 0,8 kg) en van het water waarmee het schuifmechanisme gasdicht werd afgesloten. Dat verklaart de dikte van de bakstenen muren. Om dat alles te dragen werd een extra stevige fundering gemaakt.
Fabrikant was het staalbouwbedrijf Aug. Klönne uit Dortmund, opgericht in 1879 door ingenieur August Klönne (1849-1908). Het heeft tot in de jaren 1990 bestaan, vanaf 1966 als onderdeel van Thyssen-Röhrenwerke. Klönne had in Nederland eerder gashouders gebouwd in onder meer Den Haag (1898), Zaandam (1899), Venlo (1899) en Schiedam (1901).
Voor het maken van de onderbouw werd in april 1902 een aanbesteding gehouden. Geen enkele aannemer reageerde; volgens het blad "De Aannemer" vond men de geëiste bouwtijd van vijf maanden veel te krap. Niet veel later werd alsnog een aannemer gevonden; in mei 1902 begon het werk. De bovenbouw werd ter plekke gemonteerd door personeel van Klönne. Dagblad Het Volk schreef daarover:
[..] het Duitsche werkvolk verrichtte dezen arbeid bijna zonder behulp van steigers, zoozeer was het vertrouwd met het loopen over ijzeren bouten van nog geen hand breed, op een hoogte van ongeveer 40 Meter.
Eind 1903 was de gashouder gereed.
Na het einde van de gasproductie in de jaren 1960 bleef het GEB de onderbouw gebruiken voor opslag, tot in de jaren 1990. Sindsdien worden er allerlei evenementen gehouden. In 1991 werd het gebouw een rijksmonument.
De twee ketelhuisjes (leidinghuisjes) zijn sinds 2013 te huur als vergaderruimte of hotelkamer. Ze werden daartoe ingericht door ontwerper Piet Hein Eek.
Gashouder. Klönneplein 3