Springer verbouwde twee bestaanden pakhuizen, Céres en Neptunus, tot hulpwacht van de brandweer en de politie. Beide diensten hebben het hier tot na de oorlog volgehouden.
In het Algemeen Handelsblad van 17 april 1880 werd de opdracht als volgt omschreven:
Het verbouwen van de pakhuizen Ceres en Neptunus, op de Kattenburgergracht, tot hulpwacht van de brandweer en politie.
De te verbouwen perceelen moeten gelijkstraats bevatten:
voor de Brandweer, een trapportaal met trap naar de bovenwoningen, een remise, een paardenstal, een bergplaats voor hooi, een wasch-, een wacht- en een seinkamer;
voor de Politie, een trapportaal met trap naar de bovenwoningen, een wachtkamer, drie suspecthokken, een kamer voor den inspecteur, een slaapplaats voor reserve-agenten,een corridor tusschen het voor- en achtergedeelte van het gebouw. Voorts de noodige privaten, enz.
Op de lste en 2de verdieping zullen te zamen 8 woningen worden gemaakt voor gehuwde brandwachts en politie-agenten, elke woning bestaande uit twee kamers en een keukentje, en voorzien van bedsteden, kasten, enz., benevens trappen met trapportalen, gangen, enz.
De brandweer vertrok begin jaren 1970. De linker helft van het pand werd toen verbouwd tot negen woningen voor jongeren, in opdracht van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting en het Gemeentelijk Woningbedrijf. Ze worden anno 2024 beheerd door DUWO.
Het politiebureau in de rechter helft werd in 1927 uitgebreid met de naastgelegen school. In dit deel kwamen toen onder meer stallen voor enkele politiepaarden en een woning voor een gemeente-arts.
De politie bleef hier tot in de jaren 1990. Rond de eeuwwisseling werd het voormalige bureau door het Gemeentelijk Woningbedrijf verbouwd tot dertien woningen. Die zijn inmiddels allemaal verkocht aan particulieren.
Kattenburgergracht 19-21
Er zijn 17 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.