Villa op de hoek met de Honthorststraat.
Eerste bewoner was de kunsthandelaar A.W.M. Mensing (Anton, 1866-1936), firmant en vanaf 1900 enig eigenaar van het veilinghuis Frederik Muller & Co. Mensing was ook betrokken bij de oprichting van het Scheepvaartmuseum. Hij en zijn vrouw verhuisden in 1918 naar Bloemendaal.
De villa werd toen gekocht door W.J.R. Dreesmann (1885-1954), zoon van V&D-oprichter Anton Dreesmann. Willem Dreesmann leidde het concern 42 jaar, na begonnen te zijn als jongste bediende in de winkel in Nijmegen. Hij woonde hier met zijn vrouw A.M.A. Peek en hun kinderen, aanvankelijk vier. In 1927 liet hij de villa verbouwen door Jan Kuyt, huisarchitect van de warenhuisketen, waarbij het huis werd uitgebreid met enkele kamers en een huiskapel.
Dreesmann verhuisde vermoedelijk in 1949 naar een villa aan de Diepenbrockstraat. Hier in de villa in het museumkwartier toonde hij vanaf 1950 zijn uitgebreide kunstcollectie aan het publiek. De collectie omvatte ook veel stukken over de geschiedenis van Amsterdam. Ze werd na Dreesmanns dood in 1960 geveild.
In 1961 werd het huis verbouwd tot Kunsthistorisch Instituut van de gemeentelijke universiteit. Sinds 1991 zetelt hier de redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Johannes Vermeerstraat 2
Er zijn 11 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.