Amstel 250

Grachtenpand met een negentiende-eeuwse voorgevel. Pui en stoep zijn waarschijnlijk samen met die van het buurpand op nummer 248 gemaakt.

Vanaf 1867 woonde hier het een jaar daarvoor getrouwde paar Jean Joseph Marie Dudok van Heel (Amsterdam 1843 - Den Haag 1929) en Maria Catharina Wesseling (Amsterdam 1843 - Den Haag 1925). Dudok van Heel werkte aanvankelijk in het bedrijf van zijn vader, de voorloper van Werkspoor. Later was hij directeur van de suikerfabriek in Halfweg. Het echtpaar verhuisde in 1901 naar Den Haag.

In 1937 werd het huis verbouwd voor het kunstenaarspaar Leo Braat (Arnhem 1908 - Amsterdam 1982) en Maaike Rolvink (Arnhem 1907 - Amsterdam 1992). Op zolder kwam een schildersatelier voor Rolvink, en achter het huis werd een beeldhouwersatelier gebouwd voor Braat. Ze kwamen over van Zomerdijkstraat 30. Braat woonde hier tot zijn dood, Rolvink verhuisde in 1985 naar Amstel 242. Het beeldhouwersatelier werd in 1998 vermoedelijk verbouwd tot woonruimte.

Amstel 250

Datering:

Circa 1820-1840

Ontwerp:

Bouwstijl:

Neoclassicisme XIXA

Oorsponkelijke functie:

Woningen

Status:

Rijksmonument (244)

Bronnen & links:

• Monumenten Inventarisatie Project
• SAA: archieven bevolkingsregister en bouwdossiers; krantenarchief KB
• M. van Melle: De Amsterdamse familie Dudok van Heel. In Ons Amsterdam juni 2013 of april 2014, onsamsterdam.nl/…
• Leo Braat, nl.wikipedia.org/…
• Maaike Braat-Rolvink, nl.wikipedia.org/…

Laatste wijziging:

september 2022

• Schoenschrapers

• Neoclassicisme

• Amstel 248