Gebouw van de Vereeniging tot Werkverschaffing aan Hulpbehoevende Blinden. Het loopt door tot ver op het binnenterrein. Oud-Hollandse trapgevel. Diverse oorspronkelijke details, zoals glas-in-loodramen, zijn verdwenen.
Hier werden onder meer matten gevlochten en zittingen voor stoelen gemaakt. In twee werkzalen - een voor mannen en een voor vrouwen - werkten zo'n 150 blinden. Er was ook een woning voor de directeur.
De Vereeniging was in 1865 opgericht en van start gegaan in een woonhuis in de Pieter Jacobszstraat. Voor blinden was de instelling een manier om een inkomen te vergaren. Blinden van allerlei leeftijden en godsdienstige gezindtes waren welkom; deelname aan de dagelijkse bijbellezing en psalmzang was wel verplicht.
In 1893 werd de werkinrichting bezocht door regentes en koningin-moeder Emma.
Tot een dier blinden, die bezig was een mat te vlechten, richtte H. M. het woord, en vroeg hem o.a. hoe lang hij wel werk had om zulk een mat gereed te maken.
Terwijl de Regentes nog in deze werkplaats vertoefde, stonden op een gegeven teeken de mannen op en zongen, begeleid door orgelmuziek het Psalmvers:
āDat 's Heeren zegen op U daal.ā
Aandoenlijk was het te zien hoe al deze mannen, hun blinde oogen richtten naar de plaats waar zij dachten dat de Koningin zou staan.
H. M. was door dit plechtig, ernstig gezang waarmede de blinden haar begroetten blijkbaar zeer getroffen.
In 1937 werd het complex uitgebreid door de aankoop en verbouwing van Plantage Badlaan 7 en 9. Daar kwamen onder meer kennels voor geleidehonden en woningen voor een twaalftal vrouwelijke blinden.
In 1961 verhuisde de werkplaats naar een nieuw gebouw aan de Postjesweg, waar meer ruimte was voor grote machines. Het oude gebouw werd tot ongeveer 2010 gebruikt door de universiteit: hier was de afdeling Entomologie van het Zoƶlogisch Museum ondergebracht.
Plantage Middenlaan 64
Er zijn 102 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.