• 1850-1940
  • Wederopbouw
  • Na '65
  • Complexen
  • Personen & organisaties
  • Thema's
  • Bouwstijlen
  • Zoeken
  • - - - - - - -
  • Monumenten
  • - - - - - - -
  • Over, bronnen, copyright etc.
  • Privacyverklaring
  • start
  • Amsterdam op de kaart

    Kaartlagen

    Basis

    Historische kaarten

    Kaarten

    Uitbreidingplannen

    Afbeelding uit: april 2012.
    Afbeelding uit: april 2020.
    Afbeelding uit: maart 2012.
    Afbeelding uit: augustus 2011.
    Afbeelding uit: augustus 2011. De centrale torens zijn 62 meter hoog.
    Afbeelding uit: juli 2018. Het middelste deel van de voorgevel.
    Afbeelding uit: juli 2018. De centrale topgevel aan de voorzijde. Boven: Victoria, godin van de Overwinning, met twee lauwerkransen. Daaronder het rijkswapen en herauten met de wapens van de steden Amsterdam en Den Haag. Daar weer onder zes andere Hollandse steden: Rotterdam, Dordrecht, Delft, Haarlem, Leiden en Gouda. Volgens Cuypers waren dat de kunstzinnigste steden van het land. De beelden aan de voeten van de geveltop symboliseren Bezieling (links) en Arbeid, en zijn gemaakt door Bart van Hove.
    Afbeelding uit: juli 2018. Detail uit de centrale topgevel. Boven: het rijkswapen met de wapenspreuk Je maintiendrai (ik zal handhaven).
Onder: twee ramen met in de boogvelden de gekroonde letters W en E, voor de destijds regerende koning Willem III en koningin Emma. Daartussen de hoofdstad en de hofstad, Amsterdam en Den Haag.
    Afbeelding uit: maart 2012. De scĆØnes links en rechts in de tempelachtige settings tonen symbolisch het begin en het einde van de bouw. De datums, in Romeinse cijfers, zijn de dagen waarop Cuypers benoemd werd tot bouwheer van het museum en die waarop het museum werd geopend: 12 juli 1876 en 13 juli 1885.

Links aanvaardt Pallas Athena, godin van de kunst, het ontwerp van Cuypers. Rechts geeft ze de sleutels van het museum aan Nederland.
    Afbeelding uit: maart 2012. Het middelste fries boven de onderdoorgang (nog afgesloten op deze foto) toont in het midden de Nederlandse Maagd, geflankeerd door Wijsheid en Rechtvaardigheid. Aan haar voeten Schoonheid en Waarheid. De Maagd deelt lauwerkransen uit aan Nederlandse kunstenaars: Rombout 
Keldermans, Jan ten Doem, Einhard, Claus SlĆ¼ter, Dirk Bouts en Lucas van Leyden. Het fries is gemaakt door Bart van Hove en FranƧois Vermeylen.

De twee beelden boven het fries symboliseren Beeldende Kunst en Geschiedenis - de onderwerpen van het museum.

De reliƫfs boven de linker- en rechteronderdoorgang tonen de 'Teeken- en Schilderkunst' en de 'Bouw- en Beeldhouwkunst'.
    Afbeelding uit: juli 2018. Steden op de linker middentoren (klokkentoren): Groningen, Kampen, Utrecht, Deventer en Zwolle; steden uit de oude regio's Sticht en Oversticht.
    Afbeelding uit: juli 2018. Op de rechter (westelijke) middentoren: herauten met vaandels van de steden Maastricht, Nijmegen, Roermond, Arnhem en Zutphen.
    Afbeelding uit: maart 2012. Oostgevel, Hobbemakade. Links de Teekenschool.
    Afbeelding uit: maart 2012.
    Afbeelding uit: Circa 1887.
    Afbeelding uit: april 2013. Dichtregels van J.A. Alberdingk Thijm, vriend en zwager van Cuypers, boven de inrit aan het Museumplein.

Van Hollands heerlijkheid, in 't vroegst en jongst verleden,
schiet rijke straal bij straal door deze muren heen.
Geen nabuur, die ons ooit 't geschiedboek heeft ontstreƫn,
dat van een grootheid tuigt, ongeƫvenaard tot heden.
Van deze kleene plek, dit oost en wester slib,
werd aan Europe en de Aard weleer de wet gegeven.
Schijnt, naast der Vaadren Zon, ons licht een vonk, die stip,
op hun azuren grond, trilt nog van gloed en leven.
    Afbeelding uit: juli 2013. Aparte ingang voor het bestuur van het museum, aan de oostkant.
    Afbeelding uit: februari 2020. Deur aan de kant van de Jan Luijkenstraat.
    Afbeelding uit: juli 2013. Een van de vier grote tegeltableaus op de oostgevel, met de titel "Herleving van beschaving en kunst". Het toont de begrafenis van bisschop Bernulphus (Bernold) in 1054 in de door hem gestichte Pieterskerk in Utrecht. Bernold liet diverse kerken bouwen. Het thema zal Cuypers hebben aangesproken.
    Afbeelding uit: juli 2013. De Nachtwachtuitbouw, uit 1906. De Nachtwacht heeft er twintig jaar gehangen.
    Afbeelding uit: december 2013. De onderdoorgang op een winterdag.
    Afbeelding uit: mei 1917. Huldiging van Cuypers (midden) ter ere van diens 90e verjaardag, in de toenmalige Rembrandtzaal. Op de achtergrond een schuttersstuk van Bartholomeus van der Helst.
    Afbeelding uit: augustus 2016. Plaquette in de onderdoorgang, aangebracht bij de honderdste geboortedag van Cuypers.
    Afbeelding uit: december 2015. De leeszaal van de bibliotheek van het museum.

    Het Rijksmuseum. Gebouw met rijk gedecoreerde gevels en torens, in een mengvorm van neorenaissance en neogotiek. Het symmetrisch opgezette gebouw fungeert ook als stadspoort, in de vorm van de onderdoorgang naar het Museumplein.

    Als instituut bestond het museum al sinds 1798. Aanvankelijk was de collectie ondergebracht in Huis ten Bosch in Den Haag. In 1808 verhuisde het museum naar het voormalige stadhuis op de Dam; in 1817 volgde het Trippenhuis op de Kloveniersburgwal. Al in de jaren 1860 werd gezocht naar een groter gebouw. Met het aantreden van Victor de Stuers als referendaris op het ministerie werd achter dat zoeken meer vaart gezet.

    Voor het ontwerp van een nieuw gebouw werd een prijsvraag uitgeschreven, die door Cuypers werd gewonnen (1875). Amsterdam had een terrein beschikbaar gesteld, droeg 100.000 gulden bij en stelde de eigen collectie ter beschikking van het museum. Daartoe behoorde ook Rembrandts Nachtwacht. Voorwaarde was wel dat het gebouw een poort zou bevatten naar het nieuwe stadsdeel in Zuid.

    Cuypers bedacht dat men vanuit de onderdoorgang het museum in moest kunnen kijken, naar de twee overdekte binnenplaatsen. Boven de onderdoorgang, in het midden van het gebouw, kwam een Eregalerij voor de belangrijkste schilderijen. Aan het eind van de galerij ontwierp Cuypers een zaal voor de Nachtwacht.

    Het lukte echter niet om de Nachtwacht op die plek goed te belichten. In 1906 werd daarom een uitbouw gemaakt voor de Nachtwacht aan de Museumpleinkant, achter de oorspronkelijke plek. Daar kreeg het schilderij het gewenste zijlicht.

    Ook over deze oplossing was men niet tevreden: de Nachtwacht hoorde dicht bij de Eregalerij te hangen. In 1926 kwam het schilderij zodoende weer in de oorspronkelijke Nachtwachtzaal te hangen, zij het aan de noordwestwand. Pas in 1984 kwam het terug op de door Cuypers bedachte plek, in de as van de Eregalerij. In de Nachtwachtuitbouw kwam werk van Vermeer te hangen.

    In 1899 kwam aan de zuidwestkant het Fragmentengebouw. In 1909 en 1919 werd het museum aan de zuidwestkant uitgebreid met een nieuwe vleugel, die nu Philipsvleugel heet.

    In de jaren 1950 en 1960 werden de binnenplaatsen dichtgebouwd met extra zalen. Bij de renovatie van 2003-2013 werden die binnenplaatsen hersteld, naar ontwerp van de Spaanse architecten Cruz en Ortiz. De hoofdingang werd verplaatst van de Stadhouderskade naar halverwege de onderdoorrit, de Museumstraat.

    Hoog in het gebouw, op zolder, waren lokalen van de Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers en van de School voor Kunstnijverheid. Cuypers was zelf een van de eerste docenten aan de Normaalschool.

      Rijksmuseum. Museumstraat 1, Stadhouderskade 42, Jan Luijkenstraat 1

      Datering:
      1877-1885
      Ontwerp:
      Cuypers, P.J.H.
      Bouwstijl:
      Neorenaissance XIXB
      Oorsponkelijke functie:
      Museum
      Status:
      Rijksmonument (5680)
      Bronnen & links:
      Laatste wijziging:
      juli 2018

      Er zijn 360 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.

      Toon afbeeldingen Stadsarchief (360)

      Zoeken