Het pand dateert uit circa 1650 en werd gebouwd als zijdehal, waar het zijdeweversgilde zijde keurde en verhandelde. In 1857 werd het ingrijpend verbouwd, sommigen zeggen vernield, door stadsarchitect De Greef. Het fronton verdween en de gevel werd gepleisterd.
Het werd toen gebruikt als laboratorium van de gemeentelijke universiteit. Door onder meer de latere Nobelprijswinnaar prof. J.H. van 't Hoff werden hier scheikundige proeven uitgevoerd. Het laboratorium kreeg in 1891 een nieuw gebouw aan de Nieuwe Prinsengracht, geheel ingericht naar de wensen van de inmiddels gerenommeerde Van 't Hoff omdat het gemeentebestuur hem graag voor Amsterdam wilde behouden.
In 1893 werd hier het 'Museum van voorwerpen ter voorkoming van ongelukken en ziekten in fabrieken en werkplaatsen' gevestigd, een initiatief van de 'Vereniging ter bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid in Nederland'. Het was een voorloper van het Veiligheidsmuseum dat in 1914 in de Hobbemastraat opende.
Het was tegelijk ook in gebruik bij de GG&GD, eerst voor laboratoria en vanaf 1930 als zittingslokaal (consultatiebureau), waartoe het weer verbouwd werd. Van ongeveer 1960 tot 2006 was het een polikliniek voor geslachtsziekten.
Er is nu (2018) een hotel in gevestigd.
Groenburgwal 44
Er zijn 29 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.